dinsdag 15 december 2015

Kiek in't jat

Het afgelopen weekend waren we in Groningen, mijn geboortestad. De foto deze keer komt uit die stad - een blik over Der A, met dat prachtige najaarslicht. De A, beginletter van het alfabet waar alle taal mee begint, betekent ‘water’, wat staat voor gevoel - en tranen: betekenisvoller kan bijna niet.
  
  
Altijd als ik in Groningen ben komen herinneringen terug aan de eerste twaalf jaar van mijn leven - en dit keer levendiger en rijker dan ooit daarvoor. Of dat nu komt, omdat we dit keer een lang weekend bleven, omdat ik door mijn gesteldheid veel dichter op mijn gevoel zit dan daarvoor, of doordat ik dankzij ‘mijn’ Zijnsoriëntatie überhaupt veel meer bezig ben met mijn bestaansgrond - dat is niet te zeggen. Vast staat, dat ik een niet aflatende stroom aan beelden kreeg van hoe ik was en wat ik als klein jochie beleefde in de buurt waar ik ben opgegroeid. Beelden die niet zoals anders gevoed zijn door foto’s die van mij gemaakt zijn, maar daadwerkelijk van binnenuit opwellen, uit mijn geheugen, en vaak bijzonder levendig en lichamelijk bijna. Het koude vijverwater bijvoorbeeld bij het kikkervisjes vangen, het kortstondig suizen van de wind bij het van het muurtje van de kerk afspringen (onder het slaken van oorlogskreten), de smaak van rijpe rozebottels bij het schieten met mijn blaaspijp, de geur van brandend papier als ik met mijn vergrootglas bezig was (en de trots en de warmte van het vuur als de krant in brand sloeg), de eeuwige schaafwonden op mijn knie, de smaak van waterijs, de geur en de slijmerigheid van een gevangen voorntje, de geur van de sigaren van mijn opa (je wist meteen dat hij er was) en steenkoolkachels, het geluid van het schudden van de kolenkit. Ik voel mijn vrolijkheid, mijn dromerigheid, het delen van mijn fantasie met vriendjes - de drang erop uit te trekken en te rennen door de brandgangen, het sluipen in de bosjes, over het prikkeldraad (de spanning om uit de handen te blijven van de grote jongens van de flat dan wel de koster van de kerk).

Ik moet daaraan ook denken nu ik, zoals sinds enkele jaren gebruikelijk, met mijn jaarboek bezig ben. Hier is de tijdhorizon het afgelopen jaar. In tegenstelling tot eerdere edities is het boek nu minder een doorsnee van mijn fotografie en fotografische ontwikkeling. Het is een onderzoek naar hoe het jaar voor mij verlopen is - een onderzoek dat zich meer en meer uitstrekt tot hoe ik geworden ben tot wie ik ben. Wanneer die deken, die schaduw over mij heen gevallen is - en hoe ik mij kan bevrijden, en tot wat en wie ik werkelijk ben en worden kan?

De foto’s, en dat geloof ik echt, documenteren deze ‘Werdegang’ - zowel ‘omlaag’ als tegelijk ook weer ‘omhoog’. Daarom heet het boek dit jaar niet zoals gebruikelijk naar een variant op 'mementi' - maar ‘momentum’, hetgeen betekent: “periode waarin stijgende en dalende bewegingen duidelijk worden waargenomen”, “kantelpunt waarop een evenwichtssituatie kan omslaan” dan wel “verschijnselen waarbij een kracht het lichaam waarmee het verbonden is om een punt of lijn laat draaien”.

Ik zit er nog teveel in om de parels eruit te peuren tot inzichtelijke en samenhangende albums voor mijn website - vandaar de lange stilte rond www.geja-vu.nl. Ik laat dat ook even, leg de prioriteit bij het (in stilte) werken aan mijn jaarboek en het beproeven van de foto’s die ik gemaakt heb, de afgelopen weken, maanden  en zelfs jaren - en van wat daarachter zit, dat is buitengewoon leerzaam tot ontroerens toe.

Voor mij is fotografie echt een manier om mezelf en de wereld te verkennen, omdat wat en hoe ik fotografeer van diep van binnen komt. En uiteindelijk geldt dat voor ons allemaal.

dinsdag 10 november 2015

Een zenvolle dagbesteding

Zondag verliet ik in overspannen toestand het huis - om te dwalen door Haarlem, te zwerven in de veranderde werkelijkheidsbeleving waar ik in mijn voorgaande blog al melding van maakte. Een werkelijkheidsbeleving die nauw samenhangt overigens met een andere lichaamsbeleving, tot uiting komend in een voorzichtige, enigszins waggelende tred, in een nevel die doet denken aan het effect van drie glazen Chouffe, een middelzware joint dan wel 38.5 graden koorts. Als ik op drie meter hoogte boven mezelf zweefde zag ik mij voort slenteren als een clochard, half in mijzelf gekeerd, me bewegend in een denkbeeldige tunnel in het verlengde van mijn blikveld die voor anderen niet zichtbaar is, maar die mij steeds deed schrikken als een niets vermoedende voorbijganger mijn pad kruiste, de tunnelwand doorbrekend en mij aanstarend als een geest. Nu ik toch gratis en voor niets 7x24 uur dit licht aangeschoten effect toegediend krijg, dacht ik, kan ik er maar beter de merites van leren kennen en er mijn voordeel mee doen. Zo bemerkte ik dat ik, hoewel mijn geheugen en alertheid nog maar een schim van hun normale doen waren, opeens een opmerkelijk oog kreeg voor herhalende details zoals een bepaald opvallend fietszadel dat ik op meerdere punten in de stad opmerkte. Het was alsof de normale filters waardoor wij de omgeving tot ons nemen danig verwrongen waren - ik zag opeens andere dingen dan normaal en op een andere wijze. Daar is ook fotografisch een voordeel mee te doen.

Ik was dan ook blij dat ik de volgende dag een wandel/fotografie-afspraak had met Ronald, een van mijn meukgenoten. Ik had immers het consigne gekregen om op therapeutische basis veel te wandelen en te fotograferen. En fotograferen, dat is voor mij een vorm van mindfulness met een lens ervoor. Het idee was om naar het Waterloopbos te gaan - dat meest poëtische bos van Nederland waar ik het zen-fotograferen een aantal jaren geleden ontdekt had. Een paar honderd meter slechts duurde het om mij volmaakt thuis te voelen in deze nieuwe maar niet onbekende werkelijkheidsbeleving - volkomen open te staan voor de wonderlijke details, de duizend spiegelingen, de ongekende variëteit aan herfstkleuren, het zachte ruisen van het water en van de wind in de bomen, het dwarrelen van de bladeren. En de onmogelijke dieptes in wat ik zag - afgedwongen door mijn trage en onzekere tred, waardoor je langer blijft kijken op dezelfde plek.


Wat ik van daar heb meegenomen is onder andere een foto waarbij ik middels meervoudige belichting drie belichtingen over elkaar heen genomen heb van exact hetzelfde stukje beeld, telkens gefocust op een andere diepte: de rozebottels hangend boven het water, het blad op het oppervlak en de bomen van het bos in de achtergrond. Alles is één keer scherp en twee keer vaag. Het is niet noodzakelijkerwijs een mooie foto, maar wel een interessant experiment, een hallucinerende mijmerplaat.

maandag 9 november 2015

Een overspannen universum

Mijn volgers weten inmiddels al wel hoe laat het is, al is het betreffende artikel zekerheidshalve maar teruggetrokken: ik ben vorige week (bijna?) in een burn-out terechtgekomen. Opeens ziet alles er heel anders uit, zowel de ‘binnenwereld’ als de ‘buitenwereld’. En nu ik toch in zo’n verwrongen wereld aanbeland ben, wel, dan kan ik natuurlijk rustig werken aan mijn herstel, maar ik kan ook een beetje heen en weer lopen, kijken hoe het er hier uitziet, voor de lezer deze andere werkelijkheidsbeleving ontdekken en rapporteren. Enerzijds omdat steeds meer mensen ooit in hun leven een dergelijke situatie meemaken - en anderzijds omdat de relatie tussen fotografie en werkelijkheidsbeleving en -verbeelding het basisthema van mij website en blog vormt.

Laat ik dan eerst maar beginnen met de veranderde beleving van de binnenwereld. Die is veranderd van een vanzelfsprekende 'gegeven' thuisbasis in een woeste zee van gevoelens en emoties. Een rollercoaster, die alleen maar gedempt wordt door bij vlagen over mij heen vallende extreme vermoeidheid. In de afgelopen week heb ik geleerd mij met die rollercoaster mee te bewegen - omdat verzet en doen alsof er niets aan de hand is zinloos is, en omdat het anders nogal slecht voor je rug is. Je wordt door elkaar geslingerd, daar is geen ontkomen aan. Er is weinig voor nodig om je te doen huilen bijvoorbeeld. Met meebewegen bedoel ik dat je enerzijds mee gaat in de beleving, doorleving van die gevoelens - en anderzijds dat je je bewust bent van de flow voorbij de eerstvolgende bocht, dat je je als een motorrijder op een bochtig parcours jezelf ook over de weg heen blijft observeren. In de Zijnsoriëntatie - mijn andere boeg - leren we daarom die gevoelens toe te laten, maar tegelijk ook open te staan voor wat er nog meer is, door ons niet te vereenzelvigen met wat zich in eerste instantie opdringt: door gevoelens al proevend te onderzoeken, nieuwsgierig te blijven wat er nog méér is. En werkelijk, dan gaan er werelden open. Achter de tranen blijkt ontroering te zijn, en gevoel voor schoonheid, of boosheid over het aangedane onrecht, de miskenning. Dan is er weer verdriet, waarachter verlangen schuilgaat, een gevoel van universele liefde en verbondenheid. Of onzekerheid, of juist strijdbaarheid. Laatst kwam bij mij opeens een gevoel van enorme ongekende woede op, gewoon tijdens het kijken naar The Voice of Holland. De ‘talenten’ hebben er weinig van gemerkt, en eveneens mijn partner, maar de adrenaline gierde door mijn lijf en mijn hart klopte zo hevig dat ik mezelf tot rust moest manen wilde ik geen hartaanval krijgen. Ik kon ook mezelf tot rust manen omdat ik er niet in opging.

Zo laat ik steeds meer gevoelens dieper toe, wat ik verrijkend vind. Het existentiële verdriet wat ik aanvankelijk voelde is dan ook steeds meer het verdriet om het (tijdelijk) wegvallen van conditie en de dempende werking daarvan. Met daarachter het verlangen naar existentiële bevrijding, authenticiteit, vervulling en beleving. Verlangens die mij uiteindelijk uit dit universum zullen trekken, naar een nieuwe horizon, dichter mij mezelf.


Morgen ga ik in op de effecten op de beleving van de buitenwereld. Als voorproefje bijgaande foto - genomen in Goole nabij Hull, op het eind van de recente tour met het Ouwe Meuk Genootschap door Engeland. Zwart-wit, vanzelfsprekend. Het toont twee watertorens naast elkaar, met op de voorgrond de tot abattoir omgebouwde faciliteiten. Wat dat zou moeten betekenen laat ik even achterwege. Het gaat om de lijnen en patronen - de dynamiek - die zichtbaar worden als de kleur weggenomen wordt, het beeld - het zijn - tot de essentie is teruggebracht.

zaterdag 10 oktober 2015

Ouwe Meuk

Begin deze maand was het weer tijd voor de jaarlijkse expeditie van het illustere Ouwe Meuk Genootschap. Helaas kon Pieter vanwege andere verplichtingen niet mee, zodat ik uiteindelijk met alleen Ronald en Hans de overstap maakt naar Hull voor een tocht die ons via York, Leeds en Huddersfield naar Blackpool zou brengen - en via Sheffield weer terug: over de industriële ruggegraat van Engeland.

Maar ook om andere redenen was deze expeditie anders dan de vorige twee keren. Ik kwam er minder in - in de staat van zen/mindfulness waarin ik optimaal fotografeer - dan anders. Enerzijds door mijn gedwongen overgang van contactlenzen naar een multifocale bril - waardoor mijn ervaring van ruimtelijkheid anders was, waaraan ik moest wennen. Anderzijds werden we geplaagd door een zekere jachtigheid in het najagen van onderwerpen, omdat onze voorbereiding te kort was en de objecten die we vooraf gespot hadden uiteindelijk veelal ‘onherstelbaar verbeterd’ dan wel volkomen dichtgetimmerd bleken te zijn. Hierdoor zagen we ons gedwongen uit te zien naar meer ‘meuk van tweede en derde garnituur’ die we toevallig passeerden (maar waar ik niet altijd geïnspireerd van raakte).

Maar minstens even belangrijk: ik werd voortdurend gehinderd door gepieker en zorgen over spanningen en conflictueuze situaties op mijn werk, waarvan ik me maar soms en met grote moeite los kon maken. Dit zal mij ook gaan hinderen bij de wending in mijn leven  zoals die momenteel ingezet is (zie mijn vorige blog) - als ik niet manieren vind hoe daarmee om te gaan. Want zeker: fotografie en spirituele ontwikkeling - dat ligt (bij mij tenminste) heel dicht bij elkaar.

’s Avonds bij een bloemenvaas lauw bier hadden we het in de gebruikelijke gezellige sfeer die het OMG zo kenmerkt geregeld met mijn fotovrienden over mijn besognes, wat een enorme hulp was. Teruggekomen heb ik mij afgevraagd hoe ik mij bovendien mentaal beter kan toerusten om de innerlijke rust te bewaren - en dat zijn tips die collega-fotografen wellicht ook kunnen gebruiken:

Op de eerste plaats door verbeelding - visualisaties. In stressvolle situaties en in confrontaties met negatieve energie: stel je voor dat je omringd wordt door een ring van licht of door spiegels die negativiteit terugkaatsen. Tegelijk jezelf aarden: je voorstellen dat je diep in de aarde geworteld bent. Het werkt - tenminste in de eerste week na terugkomst. Elke dag oefenen!

Op de tweede plaats: voer kleine maar consistente veranderingen in je dagelijkse leven door om je elke dag te herinneren aan je verandering. In mijn geval: op weg naar mijn werk de dag te beginnen met klassieke muziek (waar ik anders jachtige muziek en gebabbel van radio 2/3 aanhoorde) - en tegelijk luisteren naar het rustige zoeven van de lucht langs de auto. Even de geest vrijmaken door echt te luisteren. Iets wat schijnbaar klein en dagelijks is maar wel een herinnering aan je jezelf dat je de dingen anders wil doen.

Ten derde heb ik uit de sierradenkist van mijn vrouw een zilveren zuiderkruis opgevist. Dat heb ik jaren geleden (1997) in een winkeltje in een oase aan de rand van de Sahara in Marokko gekocht - en toen al was ik van plan het ooit om mijn nek te dragen als zinnebeeld van mijn levensweg. Het is een primitief kompas waarmee de karavaan door de woestijn gekoerst wordt aan de hand van de positie van de sterren die tezamen het Zuiderkruis vormen. Dit zuiderkruis hangt vanaf vandaag om mijn nek - als een zinnebeeld van mijn innerlijk kompas, om mij voortdurend fysiek te herinneren aan mijn bestemming en mij op koers te houden.

Terug naar de OMG On Tour 2015: het gaat natuurlijk wel weer even duren voor die schat aan foto’s die ik desondanks geschoten heb geselecteerd en bewerkt heb. Toch alvast ééntje: gemaakt op een meditatief moment waarop Ronald en Hans vlak voor vertrek de duinenrand van de 2e Maasvlakte fotografeerden: een kleine, wazige terugblik in de achteruitkijkspiegel - een beeld van afscheid en verwarring. Beelden van de ‘overkant’ volgen spoedig.


dinsdag 15 september 2015

Fundgrube

Op 6 september had ik de opening van mijn nieuwste expositie bij Galerie SPW59 in Haarlem - in het kader van de Spaarnekunstroute. Het organiseren van zo’n expositie is nog een hele onderneming. En dan heb ik het nog niet eens over de marketing eromheen, om te zorgen dat er mensen op af komen. Het meeste geworstel zit hem in het selecteren van het juiste materiaal zodat een geheel ontstaat. Je hebt meestal niet een heel museum tot je beschikking waar je alle kanten van je werk kunt laten zien. Bovendien is exposeren een dure grap die aardige investeringen vergt - je gaat daarvoor ook niet elke keer opnieuw grote afdrukken maken. In dit geval had ik ruimte voor ongeveer 15 foto’s in drie series - twee ervan had ik al beschikbaar (Places of Healing; Places of Meaning). Er moest dus een derde serie geselecteerd worden in het verlengde van de andere twee. Dat werd na veel wikken en wegen, en op instigatie van Annette en Alexa de eigenaren SPW59, een vijftal foto’s uit de Fundgrube reeks - die ik in 2013 maakte tijdens een weekend índustrial heritage’ in Dortmund. Uiteindelijk selecteerde ik daaruit vijf die mooi bij elkaar pasten - die door Fotostudio Panda fraai op fors formaat (60x90cm) op dibond werden afgedrukt.

Ook wilde ik foto’s combineren met beeldende teksten, net als op mijn website. Al doende schreef ik niet alleen toelichtingen bij de drie series, maar ook een gedicht dat precies verwoordt wat er door mij heengaat als ik op zo’n plek ben. Zo’n gedicht kan ik ook alleen maar schrijven als ik in een flow ben. Vanuit diezelfde flow waarin zo in een paar weken tijd het hele concept ontstond, gebaseerd op het idee dat er een rechte lijn moet tussen wat ik voelde bij het fotograferen van deze bijzondere plekken en mijn associaties en verbeelding tijdens het nabewerken en hoe het bij de bezoekers binnen moet komen.

Hoe fijn is het dan dat blijkt dat dat overkomt. Het mooiste compliment dat ik tijdens de opening kreeg was dat mensen echt geraakt werden door wat ze zagen. En helemaal dat iemand zo geraakt werd dat zij één foto (de onderstaande) niet meer van haar af kon zetten en het wel moest kopen. Die prijkt nu op 100x150cm formaat boven haar bank.
  
 
Het mooie is dat ik datzelfde weekend ook geraakt werd door het contact met mijn tante Petra en door een golf van inspiratie over een nieuwe kant die ik op wil met mijn leven. Het een komt niet los van het ander. Als je echt bewogen wordt, dan beweegt het op verschillende niveaus.


vrijdag 11 september 2015

Sax


Onlangs was ik gevraagd door Rachel, de vriendin van mijn oudste zoon, om ten behoeve van de website voor haar saxofoonschool (www.saxschoolrcl.nl - binnenkort 'live') foto's te maken van haar en haar leerlingen. Dus toog ik er op een mooie augustusdag op uit. De locatie was een sportclub in Rijswijk, waar we na enig zoeken een rustig zaaltje vonden met net voldoende licht om aan de slag te kunnen.

Ik moet opmerken, dat mensen fotograferen en zeker portretteren niet vanzelfsprekende onderwerpen voor mij zijn, ik moet er best iets voor overwinnen. Als fotograaf blijf ik liever op de achtergrond en neem ik de dingen (en mensen) zoals ze zijn. Ik grijp liever niet in, stuur niks, ensceneer niet - laat de dingen op mij inwerken. Heel anders dan bij portretteren - dan moet er een samenspel zijn dat enige losheid en improvisatie van het model vraagt - maar ook van mijn kant een spelen en sturen, vanuit een visie en echte belangstelling voor de mens in zijn of haar 'ding'. Toch gaat me dat eigenlijk geleidelijk aan steeds beter af. Dat bemerkte ik nu ook. Dankzij de muziek op de achtergrond werden niet alleen de modellen losser, ik kwam er zelf ook beter in. Natuurlijk gaat het bij het ene model beter dan bij de ander, maar je komt toch eerder in de juiste 'groove', om het maar in muziektermen te zeggen. 
    
   
Thuis merkte ik pas goed hoe het uitgepakt heeft. Het zijn echt muziekplaten geworden - de mensen worden anders bij het beroeren van hun geliefde instrument, en dat (plezier - en concentratie) zie je. Ik pikte die 'groove' die uit de foto's sprak weer op en kwam al improviserend op een stijl die denk ik recht doet aan het instrument en het ritme, versterkt door een vaak opzettelijk dynamische (lees: scheve) compositie. Het was daarmee niet alleen leuk om te doen, maar ook heerlijk om met het resultaat bezig te zijn (met een muziekje op de achtergrond - natuurlijk!). Binnenkort is het resultaat te zien op de nieuwe website!

maandag 15 juni 2015

Individu en Maalstroom


In mei zijn we een maand op reis geweest, waarvan een  week naar Surabaya en omgeving en aansluitend ruim drie weken naar Noord-Vietnam. Beide zijn bestemmingen die je als westerling, maar vooral ook als fotograaf, overweldigen met indrukken. Hoe maak je daar een verhaal van, vraag je jezelf voortdurend af, terwijl je je daar tegelijkertijd zelf nog afvraagt wat het je eigenlijk allemaal zelf zegt. De neiging ontstaat, om maar zoveel mogelijk vast te leggen - indrukken te vergaren en door te geven, en tegelijk het gevoel bevechtend voortdurend tekort te schieten, dingen over het hoofd te zien.

En toch, nu ik me door de massa foto’s heen worstel, valt het me 100% mee. Ik heb me blijkbaar vaak genoeg succesvol aan die drang weten te onttrekken. Bij jezelf blijven in de situatie is blijkbaar, achteraf bezien, de beste manier - en fotografie, en vooral het in de situatie zijn en op je af laten komen, kan een manier zijn om je open te stellen voor wat het jou zegt.

Er zit namelijk 'teruglezend' wel degelijk een verhaal in - dat mij, naarmate ik verder kom, steeds helderder voor de geest komt. Het is het verhaal van het individu, de afzonderlijke mens die zich in de strijd om het bestaan en in de context van een overweldigend landschap staande moet zien te houden, zich een weg moet zien te vinden. De spanning tussen de overweldigende maalstroom enerzijds - of dat nu de drukte is op de markt, de imposante natuur of het socialisme als alles bepalende maatschappelijke kracht - en anderzijds de mens die daarin een weg ziet te vinden, voor zichzelf en voor zijn of haar naasten. Zoals op deze foto, genomen op de markt van Can Cau, waar ik gewoon in het gekrioel neergeknield ben achter een motorfiets, wachtend op die ene man of vrouw die mij zou treffen, mij zou opvallen.


Wel weer een heel westers thema, overigens - maar het is dan ook mijn verhaal, vanuit mijn westerse achtergrond. Meer met dit thema dus binnen afzienbare tijd op mijn website.

zaterdag 2 mei 2015

Een bijzondere zaak


De Ruïne van Brederode in Santpoort is een setting waar de verhalen als vanzelf omhoog komen. Wij gingen die dag aan de slag met Tinke en Thomas en bijna als vanzelf dienden de associaties zich dan ook aan: Engelse aristocratie, spionage, strijd tegen de misdaad - en daarbinnen dan weer een bloedstollende relatie tussen de hoofdrolspelers die zich het beste laat omschrijven als een dodelijke schorpioenendans: fatale aantrekking, passie, trouw en bedrog.

   
Na afloop met tintelende vingers de foto’s doorgelopen, geselecteerd, bewerkt - en dan het sorteren. Welke volgorde je ook aanbrengt, steeds zie je een andere film en een ander scenario voor je. Een topdag - en daarna een avontuur voor de fotograaf dat geen einde kent: "The Curious Case of the Countless Clues".

vrijdag 17 april 2015

Verrijzenis


Op mijn reis door mijn fotografische verleden kwam ik in de week voor Pasen bij deze foto uit 2010 terecht, genomen tijdens onze reis door Noord-Griekenland. Op dat moment werd ik ongetwijfeld getroffen door dit beeld van een staand en een liggend paard en de golvende, ronde vormen om hen heen - anders had ik hem niet gemaakt. Toch had ik hem nooit bewerkt. Tot nu toe - met dit beeld als resultaat.
  
 
Ik noem deze foto “Herrijzenis” met het oog op Pasen. Maar ook omdat ik hem opdraag aan mijn ouders die op dat moment al, maar zeker op de dagen erna, getroffen werden door een geestelijke en lichamelijke ramp, met een gezamenlijke ziekenhuisopname deze week als gevolg. De foto verbeeldt hun zorg en liefde voor elkaar en van hun kinderen voor hen. Het spel van lijnen en contrasten, en het licht waarin de beide dieren zijn geplaatst, verbeelden bescherming, net als de positie van het staande paard vóór het liggende dier. De titel van de foto tenslotte drukt mijn hoop uit dat ze er weer bovenop mogen komen.

Soms wordt pas jaren later duidelijk waarom je een foto genomen hebt en hoe je die betekenis en dat gevoel tot uiting kan laten komen. Het paard, als zinnebeeld van het onderbewuste, is daarom een mooie metafoor in deze foto. Inspiratie komt altijd van binnenuit, net als de kracht om er weer bovenop te komen.

maandag 6 april 2015

Tweede pluk

De afgelopen weken ben ik weinig aan fotograferen toegekomen, tenminste, aan het nemen van nieuwe foto’s. Ondertussen ben ik wel nauwgezet door mijn ‘archief’ aan het struinen, om op te ruimen maar vooral ook om ‘vergeten pareltjes’ te ontdekken. Ik ben begonnen in 2007 en inmiddels bij 2010 aanbeland moet ik zeggen dat er toch aardig wat bij zit dat achteraf vier of vijf sterretjes verdient. Je vraagt je af waarom ik dat indertijd niet gezien heb. De reden is simpel: mijn bewerkingsvaardigheden zijn enorm toegenomen (al zeg ik het zelf) en ook kijk ik inmiddels anders tegen beelden aan - door de afstand in tijd ten opzichte van de aanvankelijke ‘werkelijkheidsbeleving’ en door andere artistieke waarden en ideeën.  

Zoals deze foto, genomen in de Soesterduinen. Die zegt mij nu enorm veel. Een oude, bijna ontwortelde boom in een zandverstuiving. Omringd, maar op gepaste eerbiedige afstand, door jonger bos, dat door de barstige wortels heen te zien is. Hij valt mij nu op, wellicht, nu mijn bijna 90-jarige vader in het ziekenhuis ligt, voor de allereerste keer in zijn leven. Ter observatie gelukkig - hij komt zeer binnenkort weer ‘vrij’ en maakt het goed - zeer goed zelfs voor zijn leeftijd. Even fysiek ontworteld door de storm van de afgelopen week, met een rake klap op zijn hoofd, maar geestelijk en verder lichamelijk ongebroken. En toch zie je hem opeens nog meer als een oude man vanuit het bos daar staan, en gaan je gedachten terug naar ons leven samen.

Ik moet daarbij denken aan de allereerste ansichtkaart die ik van hem gekregen heb, rond mijn derde verjaardag (hij was op een conferentie in Parijs). Ik heb hem nog steeds, in een plakboek met andere ansichtkaarten. Tussen al die vrolijke maar minder zeggende stripfiguren, lachende baby’s, paarden en poesjes valt hij meteen op en weet ik hem nog steeds blindelings te vinden. Hij staat op bladzijde 10 - de kaarten staan niet op chronologische volgorde. Het is een foto genomen van onder een brug over de Seine, kijkend door een kadering voor het aanmeren van boten. Door die stalen ring zie je een oude kromgebogen man zitten, starend naar de grond. Ongetwijfeld een clochard. Naast hem zit een kameraad, eveneens in gedachten verdiept en gebogen. Op de achtergrond, de onderkant van de brug rakend, staat de Nôtre Dame. De foto is in een grauwe soort sepia en dankzij die kleur en die ring heb ik hem altijd geassocieerd met die heerlijke hausmacher van mij opa - vooral die stevige stukken grauwe lever wist (en weet) ik te waarderen. Het lijkt een doorkijkje op de ouderdom en het geestelijke leven erachter. Bijzonder dat van al die kaarten in het plakboek mij alleen deze bij gebleven is. Aan de tekst zal het niet liggen - mijn vader volstond met ‘veel liefs van Pappie’ en de groeten aan mijn moeder en mijn broertje die toen net geboren was. Het ging en gaat om de gedachte erachter.

Er zit in het boek nog een andere kaart, die ik zelf weer terug geschreven heb, aan mijn ouders vanuit mijn logeeradres bij mijn peetouders - 9 jaar later. Wederom geen lachende peuters, poesjes of paarden maar ook hier een redelijk volwassen foto, zwart-wit, van een rondvaartboot varend voor het zicht vanaf de IJssel op de stad Deventer. Dat jaar verhuisden wij vanuit Groningen naar het perfide Holland, wat voor mij een smartelijke ontworteling betekende - maar daarvan is op deze kaart weinig te merken. Ik had twee zinnen nodig om mijn ouders op het hart te drukken dat het met mij goed (nee: ‘zeer goed’) ging. Na met deze troost te openen volgde de onderbouwing: mijn neef, Maxwell Smart spelend was weliswaar dwars door de glazen deur van de flat gerend (je moet echt de intro zien om je voor te stellen wat er bij die deur gebeurd is - deze keer ging de deur te laat open), maar dat had de pret niet kunnen drukken. We speelden met de soldaatjes ‘en bouw(d)en forten bij de vleet’ en hadden een rondvaarttocht over de IJssel gemaakt. Ook het weer was blijkbaar geweldig die augustusmaand. Met als afsluiter: ‘Nogmaals, ik maak het uitstekend’, alsof daar nog enige twijfel over had kunnen bestaan. Kortom, mijn ouders konden gerust zijn - het bos waakt over mij en over hen, wij zijn één woud en alle zand is tijdelijk.

Ik moest ook aan dit verhaal en aan mijn foto denken toen ik bij mijn schoonvader was. Hij is stervende, het laatste zand valt tussen zijn wortels weg. Wij staan als het bos om hem heen. Maar vager nog, vager dan hij kan zien, staat nog een bos, dat eindeloos is - te zien door zijn wortels heen. ‘Is er nog hoop’ vroeg hij? Dat is maar hoe je tegen de dood aan kijkt, zei ik. Ik weet dat als ik door mijn wortels kijk ik het bos kan zien dat op mij wacht. Als de tijd daar en de geest sterk genoeg is - mits je stevig doorloopt - , dan gaat die deur open. Tot die tijd gaat het mij uitstekend.

vrijdag 27 februari 2015

Francesca en ik


Op 2 april komt “How to play Francesca Woodman”, het theaterstuk van Toneelgroep Maastricht waarover ik al eerder schreef, naar Haarlem. Natuurlijk heb ik de fotoclub geënthousiasmeerd om met ons daarheen te gaan. Enerzijds omdat het heel goed gespeeld is en een indrukwekkende interpretatie van haar leven en werk biedt, en anderzijds omdat Francesca Woodman zo’n betekenisvolle en inspirerende fotografe is (was) - vooral ook voor mij. Ik weet nog goed toen ik bij een bezoek aan het MoMA in New York bij verrassing een expositie van haar werk binnenliep - en meteen van mijn stuk was. Dat is sindsdien altijd gebleven zodra ik een foto van haar zie.
  

Haar werk en leven heeft vele verschillende kanten, kanten die mij stuk voor stuk aanspreken. En telkens als je kijkt zie je weer wat anders. Zo ook nu ik me geestelijk weer aan het voorbereiden ben op deze voorstelling. Daarbij stuitte ik op een artikel over haar in The Guardian naar aanleiding van een expositie van haar werk in Londen in augustus afgelopen jaar. Het is gebaseerd op interviews met haar ouders en een vriendin van haar. Het punt dat het artikel, en met name haar moeder, maakt is dat voor veel mensen haar zelfmoord tot een bepaalde interpretatie van haar werk aanleiding geeft die niet terecht is - namelijk van geestelijke verwardheid en neerslachtigheid. Haar moeder daarentegen legt uit ho sprankelend, creatief en vooral ook leuk en grappig zij was. Ze nam zichzelf met een flinke dosis ironie en zelfspot op de korrel. En dat woord ironie is heel belangrijk - ook met het oog op de depressiviteit waarmee zij kampte en die haar uiteindelijk fataal werd. Ironie naar jezelf en de wereld toe stelt je in staat afstand te nemen, naar jezelf en de dingen te kijken, te relativeren, te onderzoeken en te veranderen. Zo ging zij ook om met fotografie - als een spel waarin zij de loop nam met alle spelregels die men maar verzonnen heeft. Die ironie helpt ook om de depressie, de prestatiedruk en teleurstellingen te relativeren en op afstand te zetten. Dat is haar uiteindelijk helaas niet gelukt, maar we doen haar recht aan door Francesca’s spel te zien als de essentie van haar werk, van haar surrealisme. Haar foto’s zijn toch vooral een uitdrukking daarvan - en juist niet van verwardheid, depressie en doodsverlangen.

Ik moet daar ook aan denken als mensen mij zeggen dat mijn foto’s niet vrolijk stemmen. Dat klopt, daar ben ik ook niet op uit. Ik hoop alleen niet, als mensen daarom mijn werk ook zien als van iemand die zwaarmoedig is. Ik wil vooral bevreemding wekken - vanuit bevreemding wordt de verbeelding gewekt. Daar hoort een dosis ongemakkelijkheid en ‘unheimlichkeit’ bij - maar die ga ik met plezier, met ironie aan. Zo gaan wij meukers ook ‘los’ op treurigheid, met een jongensachtig plezier! Plezier gehuld in de bittere chocolade van melancholie. Bevreemding en melancholie zijn uitvloeisels van mijn spelen met de werkelijkheid - en dat spelen, dat moet ik meer doen. Dat moet ik nóg meer doen, omdat mijn fotografie dan krachtiger en eigener wordt - en omdat ik daarin plezier heb. Een eventueel verwarrend of zwaarmoedig effect op de beschouwer neem ik op de koop toe. En daarin voel ik mij zielsverwant met Francesca - en daarom was en ben ik zo geroerd als ik haar foto’s zie. Er is geen fotograaf die mij zo raakt als zij. En daarom kijk ik zo uit naar 2 april.

vrijdag 13 februari 2015

in2tango


Afgelopen zaterdag was ik te gast op een feestje voor de vrijwilligers van Serious Tango Request, een evenement tijdens 3FM Serious Request in Haarlem eind december waarbij nagenoeg 24 uur lang tango-salons, workshops en dergelijke werden georganiseerd. Samen met collega-fotografen van Fotogroep Haarlem hebben we dat evenement vastgelegd (zie mijn voorgaande blog). Gedurende de avond kregen we ook een proefles tango – en na afloop was het ‘salon’ geblazen, met als thema ‘Cupido Night’. Ik nam natuurlijk de gelegenheid weer te baat om te fotograferen. 

Ik bedacht mij vooraf om me te focussen op twee aspecten: allereerst was het mijn idee om deze keer te proberen de dans als beweging vast te leggen – maar de camera besliste anders en zo richtte ik me volledig op mijn andere idee, waarover hieronder meer.

Al tijdens de les werd mij duidelijk, dat het geheim van de tango berust op drie pijlers. De eerste en meest vanzelfsprekende want zichtbare is de beweging, de dans zelf. Die is echter afhankelijk van de tweede factor. Doordat juist bij de tango de dansbewegingen intuïtief en in hoge mate improviserend worden gekozen en uitgevoerd, komt het tweede element in het spel: een duidelijke rolverdeling tussen leider en volger. Alleen zo kan een vloeiende vraag-antwoord dialoog (‘flow’) van dansbewegingen gaande worden gehouden. 

Over leiden/volgen valt veel interessants te zeggen, maar ik wil toe naar het derde, daar weer aan ten grondslag liggende element: de verbondenheid van de danspartners. Er moet sprake zijn van een diepe afstemming, een intens aanvoelen, anticiperen en inspelen op elkaars bewegingen, intenties en ‘danstaal’ om de dans te laten slagen. Dat gaat zo ver, dat (volgende) partners tijdens de dans de ogen kunnen sluiten. Ze worden samen één dansend wezen. En daar, naar die momenten werd mijn camera onweerstaanbaar heen getrokken. Dat moest en wilde ik vastleggen – dus danste ik quasi zelf met mijn camera om de dansparen heen, de momenten vangend waarop dat het meest tot uitdrukking kwam.
Die fascinatie is niet voor niets. Zo wil ik als fotograaf namelijk ook zijn: intens gefocussed op 'de ziel' van het onderwerp, volledig afstemmend op wat het geziene met je doet. Dan beleef ik iets vergelijkbaars als de tangodansers: flow, een moment van oplossen in het moment, een verheffing uit de tijd en een opgaan in zeg maar universele liefde. Klinkt misschien een beetje zweverig, maar dat krijg je nu eenmaal van flow :-).

Hoe dan ook - een kleine selectie foto's van beide evenementen zijn zeer spoedig op mijn website te zien, dus hou die in de gaten!