vrijdag 22 augustus 2014

Van Metadata naar Metafysica

Onder deze titel als knipoog naar mijn vorige blog en als vervolg op die daarvoor, deze keer mijn ervaringen met de Lightroom catalogus (of: Library) en vooral met de mogelijkheden om je foto’s te ‘taggen’ met trefwoorden, enerzijds om ze later makkelijker te kunnen terugvinden, maar óók om jezelf achter je foto's en de onderwerpen die je fotografeert te ontdekken. 

Vóór Lightroom zag ik de zin er niet van in om foto's trefwoorden te geven. Ik meende dat een doordachte mappenstructuur (plus tagging met sterren en labels) wel voldoende was om later snel bepaalde foto’s terug te kunnen vinden. Welnu, in mijn 'bekeringsproces' ben ik ook op dit punt tot inkeer gekomen. Maar zoals gezegd: het is méér dan alleen handigheid! Ik wil ook aangeven, dat tagging met trefwoorden een geheel nieuwe dimensie toe kan voegen aan je ontwikkeling als fotograaf – en hoe ik daarop kwam.

Die ontdekking begon nadat ik, na het inlezen van al mijn foto’s, aan mijn foto's trefwoorden had toegekend op basis van waar ze genomen waren, wat erop stond en of ze zwart/wit (dan wel kleur) waren, meer niet. Er ontstond een uitgebreide en tamelijk onoverzichtelijke lijst aan trefwoorden, die naarmate de klus vorderde steeds minder hanteerbaar werd. Tot ik erachter kwam, dankzij de video’s van Laura Shoe, dat je a) trefwoorden kan groeperen in een hiërarchie, en b) buitengewoon effectief hiermee kan zoeken en selecteren, vooral in combinatie met de sterren-classificatie (op kwaliteit) die ik al lang toepas. Het vinden van zwart/wit landschapsfoto’s met vier of vijf sterren (zoals onderstaande, vorige week nog geschoten in de duinen) - wedstrijdmateriaal - bleek bij het juist toekennen van trefwoorden een kwestie van enkele klikken.


De hiërarchie aan trefwoorden die ik vervolgens aanlegde kent op dit moment een viertal assen: locatie (waar is de foto genomen), onderwerp (wat is erop te zien), discipline (denk aan portret-, landschaps- of architectuurfotografie) en stijl. Onder het laatste vat ik vooral technische stijl – te denken valt aan zwartwit, polaroid, infrarood, long exposure, duotoon), – maar ook ‘expressiestijlen’, zoals abstract-expressionistisch en minimalistisch.

'Stijl' komt in de richting van waar ik heen wil als ik het heb over de vijfde dimensie: de aspecten die je in je foto’s terug kunt vinden van je signatuur. Ik heb die in het verleden al eens geprobeerd onder woorden te brengen in mijn fotografisch essay “De Verbeelding” – als de bevreemding, de essentie, de verlichting en het sublieme. Zij hebben natuurlijk óók te maken met een voorkeur voor onderwerp en stijl, maar voegen daar een element aan toe, laten we zeggen ‘bezieling’. Naar mijn idee zouden deze beperkt moeten zijn tot een handvol aspecten, niet meer. Bovendien zullen ze in de loop der tijd kunnen evolueren of fuseren.

Zo valt onderstaande foto (uit de Turkije serie) te classificeren als een representant van zowel de bevreemding als van het sublieme: het hemelse van het koepelgewelf breekt daadwerkelijk door de kapotte steen van deze grotbasiliek heen en kijkt naar binnen.


Ik denk dat het zaak is om die aspecten van je signatuur, die 'bezieling' te herkennen in je werk en onder woorden te brengen – een absolute voorwaarde om ze vervolgens bewust tot verdere ontwikkeling te brengen. En het classificeren van je foto's is daarbij een uitstekend hulpmiddel.

Je kunt namelijk prima trefwoorden en sterren-kwalificaties, eventueel in combinatie met de collection functionaliteit van Lightroom, gebruiken om die eigen signatuurelementen uit de jezelf het meest aansprekende foto’s te destilleren en onder woorden te brengen. Ik dacht daarvoor te beginnen met alleen je mooiste/beste foto’s – die met vier à vijf sterren – van de afgelopen vijf jaar. En dan te kijken of je die, afgezien van wat erop staat of in welke discipline ze thuishoren, kunt groeperen in termen van wat ze te zeggen hebben: het gevoel, de idee erachter, wellicht in combinatie met die steeds terugkerende en zo moeilijk te ondervangen ‘expressiestijl(en)’ in je werk. En bij elke nieuwe serie die je maakt te kijken of ze duidelijker naar voren komen – ook als je nog in het duister tast wat ze nou precies zijn.

Een fascinerende, uitdagende expeditie – waar ik me regelmatig in wil en moet oefenen. Moeten – want alleen door zelfreflectie gaan we verder zien: voorbij de fysica van het onderwerp en de techniek.

zaterdag 2 augustus 2014

Metaforie

Zowel bij het bekijken en beoordelen van een foto als bij het maken ervan zijn er verschillende insteken mogelijk. Technisch, esthetisch en inhoudelijk liggen het meest voor de hand – en hiervoor zijn er tal van conventies op basis waarvan mensen naar beelden kijken en beoordelen.

Daarnaast onderscheidt men vaak ook nog eens de vermeende bedoeling (of 'boodschap') van de fotograaf en of die bedoeling vervolgens overtuigend is verbeeld. Zelf heb ik met deze insteek weinig. Men veronderstelt dan dat de fotograaf een bewuste bedoeling heeft met zijn foto, en vervolgens dat de kijker die bedoeling kan herkennen, ook als hij slecht verbeeld is. Ten derde wordt verondersteld dat naarmate die bedoeling directer bij de kijker overkomt (en niet wordt afgeleid, of op het verkeerde been wordt gezet) de foto beter gelukt zou zijn. Dat mag dan wel zinvol zijn in documentaire of propagandistische vormen van fotografie – maar volgens mij niet in vormen van fotografie die als kunst of expressie worden beschouwd of beleefd. We vragen ons immers ook niet af wat voor bedoeling Monet had bij zijn schilderij Impression, soleil levant, of Marsman bij zijn gedicht Vlam. Hoe zou het dan zitten met onderstaande foto?


Veel zinvoller is de vraag: wat zegt het mij? Of nog daarvoor: zegt het mij iets? Nog interessanter: wat er gebeurt in dat proces van beleven en betekenis toekennen? Dat proces speelt zich in eerste instantie, en misschien wel grotendeels, af in ons onderbewuste. Wat we zien – als fotograaf en als kijker – zegt ons iets, roept iets aan diep in ons, en daar proberen we betekenis aan te geven. Wat we zien roept herinneringen, gevoelens en ideeën op, die via associaties aan het oppervlak komen en gehangen worden aan de dingen die we zien – die daarmee dragers (‘metaforen’) worden van die herinneringen en gedachten. Dat proces kan je metaforisch-associatief kijken noemen. We vormen ons in dit proces een beeld over een beeld heen.

En daar kunnen we ons voordeel mee doen – zowel in het fotograferen als in het ‘genieten’ van foto’s.

Ik herinner mij een fotobespreking van een regisseur die opmerkelijk en inspirerend was omdat hij op een theatrale, epische wijze naar een foto keek, nota bene een landschapsfoto waar op het eerste gezicht niets op gebeurde. Drie bomen op een rij. Hij associeerde het beeld met drie broers, Japanse samoerai. Er kwam een verhaal in hem omhoog, waardoor het beeld voor hem betekenis kreeg. Hij laafde zijn ziel aan het beeld. Hij kroop als het ware door het beeld heen een innerlijke werkelijkheid in, er ontstond een innerlijke dialoog die gevoed werd door steeds meer details in de foto en associaties in zijn geest. Dat noem ik verbeelding

Een tweede voorbeeld is te vinden in het buitengewoon interessante boek “Perception and Imaging” van Richard Zakia. In een van de laatste hoofdstukken gaat hij in op methoden voor foto-bespreken  en pleit hij voor dezelfde wijze van zeg maar metaforisch-associatief kijken. Hiervoor gebruikt hij een techniek van vrije associatie en ‘clustering’ uit de psychoanalyse van Freud en Jung. Bij een foto worden spontaan opkomende woorden genoemd, en bij elk van die woorden weer secundair opkomende woorden. Die methode illustreert hij aan de hand van een foto van twee bootjes half in de modder van een nagenoeg drooggevallen rivier. Hij laat zijn studenten vrijelijk associëren bij deze foto, die bij de één innerlijke beelden oproept van een twee mensen die samen liefdevol oud geworden zijn. en bij anderen weer associaties van scheiding en uitputting, of van een gedwongen afscheid. Ik denk dan: hoe meer lagen, hoe meer diverse interpretaties – hoe rijker (en meer geslaagd) de foto.

Zelf kijk ik ook wel eens (maar nog niet genoeg) op een vergelijkbare manier naar mijn eigen foto’s. Het leuke is dan, dat je bij sommige foto’s, en vooral foto’s die je in eerste instantie niet meteen opvallen, veel meer ‘verhalen’ krijgt, je meer een spiegel voorhouden of vragen opwerpen dan bij andere. De foto begint tegen je te praten – iets te vertellen over jezelf, waarom je de foto maakte. Dat zou ook leidend moeten zijn als we over onze eigen foto’s praten: niet blijven hangen in wat er letterlijk op staat, maar op wat er bij jezelf opgekomen is bij het zien van het beeld – bij het maken, of achteraf – wat onze beleving erbij is/was, welke betekenis wij eraan hecht(t)en.

En dat zouden we dan ook kunnen doortrekken naar het moment waarop we de ontspanknop indrukken.  Het zou goed zijn om ook ‘in het veld’ meer bewust alvast te beginnen met dat ‘metaforisch-associatief’ kijken, en zo het onderwerp uit te diepen. En nog verder: als we naar een bepaalde situatie gaan onszelf bewust-onbewust voorbereiden door een proces van verbeelding en associaties het onderwerp a priori gaan beleven, van betekenissen voorzien. Wat zeggen ruïnes ons, een kloof, een model in een bepaalde ruimte – wat zegt het ons, wat roept het in ons op? Wat zoekt er in ons dan een weg naar boven? Dat maakt fotografie nog zoveel interessanter.

Tot besluit dan als illustratie mijn foto bovenaan dit artikel. Een foto waarin het getal twee zich opdringt, op verschillende lagen in de foto. Wat betekent de lijn van de grashark tussen beide stoelen in? Een lijn die deel uitmaakt van een grotere schuine streep die de horizontale vlakken doorbreekt, boven voortgezet in de schoorsteenpijp die de lucht doorsnijdt, maar zelf ook gebroken is, gevormd als een bliksemschicht? Een breuklijn, of als een deling als in ‘met elkaar delen’ – de deling die verbindt? De stoelen zijn verlaten. Hebben de mensen die hier zaten elkaar gevonden buiten het beeld en daar de scheiding overwonnen – of zijn zij in de scheiding ten onder gegaan? Is die grashark dan een symbool van de (gebroken) belofte van kuisheid, als het zwaard in het bed van Tristan en Isolde? En het voorteken van hun einde? Wat komt er bij jou boven?