Daarnaast onderscheidt
men vaak ook nog eens de vermeende bedoeling (of 'boodschap') van de fotograaf en of die
bedoeling vervolgens overtuigend is verbeeld. Zelf heb ik met deze insteek
weinig. Men veronderstelt dan dat de fotograaf een bewuste bedoeling heeft met zijn foto, en vervolgens
dat de kijker die bedoeling kan herkennen, ook als hij slecht verbeeld is.
Ten derde wordt verondersteld dat naarmate die bedoeling directer bij de kijker
overkomt (en niet wordt afgeleid, of op het verkeerde been wordt gezet) de foto
beter gelukt zou zijn. Dat mag dan wel zinvol zijn in documentaire of
propagandistische vormen van fotografie – maar volgens mij niet in vormen van
fotografie die als kunst of expressie worden beschouwd of beleefd. We vragen
ons immers ook niet af wat voor bedoeling Monet had bij zijn schilderij Impression, soleil levant, of Marsman bij
zijn gedicht Vlam. Hoe zou het dan zitten met onderstaande foto?
Veel zinvoller is de
vraag: wat zegt het mij? Of nog daarvoor: zegt het mij iets? Nog interessanter: wat er gebeurt in dat proces van beleven en betekenis toekennen? Dat proces
speelt zich in eerste instantie, en misschien wel grotendeels, af in ons onderbewuste. Wat we zien – als
fotograaf en als kijker – zegt ons iets, roept iets aan diep in ons, en daar
proberen we betekenis aan te geven. Wat we
zien roept herinneringen, gevoelens en ideeën op, die via associaties aan het
oppervlak komen en gehangen worden aan de dingen die we zien – die daarmee dragers
(‘metaforen’) worden van die herinneringen en gedachten. Dat proces kan je
metaforisch-associatief kijken noemen. We vormen ons in dit proces een beeld
over een beeld heen.
En daar kunnen we ons
voordeel mee doen – zowel in het fotograferen als in het ‘genieten’ van foto’s.
Ik herinner mij een
fotobespreking van een regisseur die opmerkelijk en inspirerend was omdat hij
op een theatrale, epische wijze naar een foto keek, nota bene een
landschapsfoto waar op het eerste gezicht niets op gebeurde. Drie bomen op een
rij. Hij associeerde het beeld met drie broers, Japanse samoerai. Er kwam een
verhaal in hem omhoog, waardoor het beeld voor hem betekenis kreeg. Hij laafde
zijn ziel aan het beeld. Hij kroop als het ware door het beeld heen een
innerlijke werkelijkheid in, er ontstond een innerlijke dialoog die gevoed werd
door steeds meer details in de foto en associaties in zijn geest. Dat noem ik
verbeelding
Een tweede voorbeeld is
te vinden in het buitengewoon interessante boek “Perception and Imaging” van
Richard Zakia. In een van de laatste hoofdstukken gaat hij in op methoden voor
foto-bespreken en pleit hij voor dezelfde
wijze van zeg maar metaforisch-associatief kijken. Hiervoor gebruikt hij een
techniek van vrije associatie en ‘clustering’ uit de psychoanalyse van Freud en
Jung. Bij een foto worden spontaan opkomende woorden genoemd, en bij elk van die
woorden weer secundair opkomende woorden. Die methode illustreert hij aan de
hand van een foto van twee bootjes half in de modder van een nagenoeg
drooggevallen rivier. Hij laat zijn studenten vrijelijk associëren bij deze
foto, die bij de één innerlijke beelden oproept van een twee mensen die samen
liefdevol oud geworden zijn. en bij anderen weer associaties van scheiding en
uitputting, of van een gedwongen afscheid. Ik denk dan: hoe meer lagen, hoe
meer diverse interpretaties – hoe rijker (en meer geslaagd) de foto.
Zelf kijk ik ook wel eens
(maar nog niet genoeg) op een vergelijkbare manier naar mijn eigen foto’s. Het
leuke is dan, dat je bij sommige foto’s, en vooral foto’s die je in eerste
instantie niet meteen opvallen, veel meer ‘verhalen’ krijgt, je meer een
spiegel voorhouden of vragen opwerpen dan bij andere. De foto begint tegen je
te praten – iets te vertellen over jezelf, waarom je de foto maakte. Dat zou ook
leidend moeten zijn als we over onze eigen foto’s praten: niet blijven hangen
in wat er letterlijk op staat, maar op wat er bij jezelf opgekomen is bij het
zien van het beeld – bij het maken, of achteraf – wat onze beleving erbij is/was,
welke betekenis wij eraan hecht(t)en.
En dat zouden we dan ook kunnen
doortrekken naar het moment waarop we de ontspanknop indrukken. Het zou goed zijn om ook ‘in het veld’ meer
bewust alvast te beginnen met dat ‘metaforisch-associatief’ kijken, en zo het
onderwerp uit te diepen. En nog verder: als we naar een bepaalde situatie gaan
onszelf bewust-onbewust voorbereiden door een proces van verbeelding en
associaties het onderwerp a priori gaan beleven, van betekenissen voorzien. Wat
zeggen ruïnes ons, een kloof, een model in een bepaalde ruimte – wat zegt het
ons, wat roept het in ons op? Wat zoekt er in ons dan een weg naar boven? Dat
maakt fotografie nog zoveel interessanter.
Tot besluit dan als illustratie mijn foto bovenaan dit artikel. Een foto waarin het getal twee zich opdringt, op verschillende lagen in de foto. Wat betekent de lijn van de grashark tussen beide stoelen in? Een lijn die deel uitmaakt van een grotere schuine streep die de horizontale vlakken doorbreekt, boven voortgezet in de schoorsteenpijp die de lucht doorsnijdt, maar zelf ook gebroken is, gevormd als een bliksemschicht? Een breuklijn, of als een deling als in ‘met elkaar delen’ – de deling die verbindt? De stoelen zijn verlaten. Hebben de mensen die hier zaten elkaar gevonden buiten het beeld en daar de scheiding overwonnen – of zijn zij in de scheiding ten onder gegaan? Is die grashark dan een symbool van de (gebroken) belofte van kuisheid, als het zwaard in het bed van Tristan en Isolde? En het voorteken van hun einde? Wat komt er bij jou boven?
2 opmerkingen:
Mooi stukje. Jammer dat het boek van Zakia aan de dure kant is. Er is trouwens een nieuwere uitgave. Je verwees met de link naar de oudere.
Ik zie in de foto met de twee oude stoelen die ook nog eens heel erg verschillen mijn ouders die nu alweer ruim 5 jaar dood zijn. Verlaten stoelen. Ze bleven gescheiden van elkaar - verschillend - maar zijn nu weg - voor altijd.
Trouwens, ook abstracte kunstenaars werken met associaties en niet met bedoelingen. Soms heb ik iets met een schilderij waar helemaal niets lijkt te gebeuren. Bijvoorbeeld de schilderijen van Rothko. Het is de combinatie van kleur en een vage horizon die je in een bepaalde toestand kan brengen. Bijvoorbeeld "Orange and Yellow". Prachtig vind ik dat. Maar er zullen veel mensen zijn die er helemaal niets in zien.
Mooi aanvulling, bedankt voor je reactie en het delen van jouw associaties. Ik heb overigens inmiddels de link veranderd.
Een reactie posten