De afgelopen weken heb ik mij verdiept in een zeer interessant boek over hoe wij als mensen beelden zien en begrijpen: “Perception and Imaging, Photography – A Way of Seeing” van Richard Zakia. De eerste hoofdstukken van dit boek gaan in op resultaten van (vooral Gestalt-) psychologisch onderzoek over hoe wij composities, kleuren, lijnenspel en diepte waarnemen. Op zich al erg interessant, want fundamenteel: het gaat over hoe wij biologisch-evolutionair zijn toegerust om te kijken en beelden te verwerken – feitelijk om te overleven.
Gaandeweg wordt het boek echter steeds interessanter, omdat
we geleidelijk het niveau van wat ook wel het reptielenbrein heet ontstijgen en
aankomen bij het menselijk bewustzijn, de behoefte waarde en betekenis te
onderkennen en om beelden te maken als zelfexpressie en manier van
zelfontdekking. Zo komen we uit bij de fotograaf zelf. Hier haalt Zakia het
model van de persoonlijkheidstypen van Jung aan – waarbij persoonlijkheid
inhoudt hoe het individu zich gedraagt ten opzichte van zijn omgeving.
Dit model onderscheidt vier psychologische functies,
antagonistisch tegenover elkaar geplaatst op twee kruisen die samen een kruis
of matrix vormen: Denken versus Voelen, en Gewaarworden versus Intuïtie.
Interessant is om na te gaan hoe een positionering van de persoonlijkheid van
de fotograaf op dit kruis zich vertaalt in hoe hij ziet en fotografeert.
Volgens Jung zal per as steeds een functie dominant
(superieur) zijn in de persoonlijkheid, en de tegenovergestelde inferieur. Binnen
dit assenstelsel kan een persoonlijkheid (ook van de fotograaf) dus als een
punt in één van de kwadranten worden weergegeven. Met andere woorden, iemand getypeerd in het kwadrant
linksboven kan worden gekenmerkt als vooral gewaarwordend-denkend.
Beginnen we linksboven, dan vinden we daar de
denkend-gewaarwordende fotograaf. Een gewaarwordend-denkend fotograaf zich zal
vooral inspannen om de details van het beeld in zich op te nemen en weer te
geven, teneinde een accuraat beeld van de werkelijkheid, al dan niet vanuit een
bepaalde optiek (bijvoorbeeld: het foerageergedrag van zeemeeuwen, de benarde
situatie waarin Indianen zich bevinden) weer te geven – een documentaire
instelling. Hetzelfde oog voor detail en werkelijkheid vinden we overigens ook
terug bij de enscenerende fotograaf, waar de kijker met veel detail wordt
verleid om een bepaalde gespeelde (soms absurde) werkelijkheid te geloven.
Linksonder treffen we de gewaarwordend-voelend fotograaf.
Ook hij wordt gekenmerkt voor oog voor detail en werkelijkheid, maar zal zich
vooral overgeven aan het tot zich door
laten dringen van die werkelijkheid en de daarbij opkomende gevoelens proberen
uit te drukken en over te brengen. Hierbij moet men denken aan journalistieke
en sociaal geëngageerde fotografie, maar ook fotografie waarin esthetiek, oog
voor mooie details een belangrijke rol speelt. In dit kwadrant zullen we ook de
natuurfotograaf treffen die zich ten doelt stelt bij zijn publiek liefde voor
de natuur over te brengen – maar daarbij wel dicht bij zijn onderwerp blijft.
Gaan we het hoekje naar de intuïtie om, dan betreden we het
kwadrant van de voelend-intuïtieve fotograaf. Deze zal meer bezig zijn met wat
de beschouwde werkelijkheid hem gevoelsmatig zegt en de essentie die hij ervaart
achter de werkelijkheid, zoals de overweldigende ervaring die het aanschouwen
van de Himalaya met zich meebrengt als metafoor voor het goddelijke. Hij zal
zich toeleggen op het verbeelden van zijn gevoelens vanuit een idee. Daarbij
moeten we bijvoorbeeld denken aan de portretfotograaf, die de toevallige
gezichtsuitdrukking van zijn model negeert, licht en model zo naar zijn hand
zet en een dusdanige connectie maakt met zijn model dat diens ziel boven komt.
Dat daarbij desnoods afbreuk wordt gedaan aan de objectieve werkelijkheid neemt
hij voor lief. In dit kwadrant zien we ook de landschapsfotograaf voor wie het
verbeelde landschap niet zozeer een concrete plek is, maar de uitdrukking van
zijn innerlijke leefwereld, van zijn beleven is. Dat mag dan best
impressionistisch zijn.
Een denkend-intuïtieve fotograaf tenslotte is vooral bezig
om een werkelijkheid achter de werkelijkheid te doorgronden of te suggereren –
en zal fotografie vooral ervaren als een zoektocht, met de nadruk op het ontwarren
dan wel creëren van raadsels, mysterie, verwarring, het opwekken van
verbeelding en fantasie. Hier wordt geëxperimenteerd of het grensvlak van
fantasie en werkelijkheid. Voorbeelden vinden we in conceptuele, surrealistische
en abstract-expressionistische fotografie, experimenten met pinhole en
infraroodfotografie.
Behalve op deze twee assen die voor de vier belangrijkste bewustzijnsfuncties staan, kunnen
persoonlijkheden ook worden getypeerd naar hun 'bewustzijnsinstelling': meer introvert of meer extravert. Bij introverte mensen is, om Wikipedia te citeren, "de energie naar binnen gericht, op de eigen gedachten en gevoelens. Introverte mensen halen energie uit zichzelf door zich te richten op de innerlijke beleving en overweging." Een introvert iemand zal geneigd zijn om de werkelijkheid op zichzelf te betrekken. In artistieke zin zal hij geïnpireerd worden om beelden te maken waarin zijn beleving van de werkelijkheid of zichzelf centraal staat - waarbij de werkelijkheid, het object, letterlijk een gegeven is. Gegeven in de zin van: het wordt gevonden doordat het resoneert - het interessante is vervolgens: waarom het resoneert. Voor de extravert, daarentegen, "is de buitenwereld de maatstaf voor wat hij ervaart, besluit en doet. Bij een extraverte instelling is de energie naar buiten gericht, op mensen, activiteiten en dingen. Extraverte mensen krijgen, door hun oriëntatie op de buitenwereld, energie uit interactie met anderen." In artistieke zin streeft de extraverte fotograaf ernaar de werkelijkheid zo te beïnvloeden dat zijn beeld, dat hem voor ogen staat, kan worden gemaakt. Een introverte fotograaf zal zich liever afzonderen en
er alleen op uit trekken, de werkelijkheid tot zich laten spreken - en zullen
het moeilijk vinden om vreemden te fotograferen. Extraverte fotograferen
daarentegen zullen bijvoorbeeld juist graag vreemden op straat fotograferen,
interacteren met hun onderwerp en het naar hun hand zetten.
Wat kunnen we hiervan leren?
Op de eerste plaats is het onderkennen van je eigen persoonlijkheid als fotograaf denk ik essentieel om je eigen ‘signatuur’ te ontwikkelen. Die reikt verder dan de meer uiterlijke aspecten, zoals onderwerpkeuze, typerend kleurgebruik, bewerking, standpuntkeuze en wijze van kadrering – die raakt de persoonlijkheid van jou als fotograaf en wat jij met je fotografie beoogt: bij jezelf en bij je publiek. Hoe steviger en natuurlijker je fotografie geworteld is in je persoonlijkheid, hoe persoonlijker en directer je fotografie is – en ‘aankomt’ bij je ‘zielsverwanten’ of tegenpolen.
Op de tweede plaats is niemand te vangen in één hokje
(kwadrant). Persoonlijkheidstesten brengen veelal naar voren dat weliswaar één
kwadrant dominant is, maar die dominantie kan meer of minder uitgesproken zijn
en de overige kwadranten doen in min of meerdere mate ook mee. Ook zal de
omgeving van invloed zijn op hoe uitgesproken iemand vanuit zijn natuurlijke
persoonlijkheid leeft en fotografeert. Net als dat iemand in zijn
werk zich anders kan gedragen dan hij van nature zou doen, geldt dat ook voor
de fotograaf. De fotograaf die zich laat leiden door wat anderen als
‘goed’, ‘mooi’ or ‘creatief’ waarderen
zou wel eens verder af kunnen raken van wat voor hem/haar zingevend zou zijn.
Dus wissel ook eens met een naburig kwadrant, experimenteer met meer ‘gevoel’
of ‘denken' bijvoorbeeld, of doe eens meer introvert/extravert – juist het
omhooghalen van een minder uitgesproken kant van jezelf en het integreren ervan in je
stijl kan heel bevredigend zijn. Zolang het maar goed voelt.
Mijn eindconclusie: het is belangrijk om vooral vanuit
jezelf te fotograferen – wat jou opvalt, beweegt, boeit. Fotografie als zelfexpressie. En ook: dat wat je fotografeert op de eerste plaats iets over jezelf zegt aan jezelf: fotografie als vorm van zelfreflectie. Beide zijn denk ik voorwaarden voor fotografie met karakter.
2 opmerkingen:
Zeer interessant. Ik zou me in de introverte gewaarwordend-voelende kant positioneren als ik uitga van hetgeen ik fotografeer. Toch denk ik dat fotograferen ook een instrument kan zijn om een minder dominante trek te uiten. Ik zou me normaliter niet zien als voelend - ik ben behoorlijk rationeel en op het denken gericht. Ik kan met fotograferen echter mijn gevoel uiten. In die zin kan fotograferen een evenwicht herstellen. Doordenkertje...
Daar heb je helemaal gelijk in. Fotografie is, net als iedere kunst, ook een middel om een ander (of: meer eigen?) deel van jezelf naar buiten te brengen. Scheppen is ook: jezelf ontdekken in wat je schept.
Een reactie posten