vrijdag 27 februari 2015

Francesca en ik


Op 2 april komt “How to play Francesca Woodman”, het theaterstuk van Toneelgroep Maastricht waarover ik al eerder schreef, naar Haarlem. Natuurlijk heb ik de fotoclub geënthousiasmeerd om met ons daarheen te gaan. Enerzijds omdat het heel goed gespeeld is en een indrukwekkende interpretatie van haar leven en werk biedt, en anderzijds omdat Francesca Woodman zo’n betekenisvolle en inspirerende fotografe is (was) - vooral ook voor mij. Ik weet nog goed toen ik bij een bezoek aan het MoMA in New York bij verrassing een expositie van haar werk binnenliep - en meteen van mijn stuk was. Dat is sindsdien altijd gebleven zodra ik een foto van haar zie.
  

Haar werk en leven heeft vele verschillende kanten, kanten die mij stuk voor stuk aanspreken. En telkens als je kijkt zie je weer wat anders. Zo ook nu ik me geestelijk weer aan het voorbereiden ben op deze voorstelling. Daarbij stuitte ik op een artikel over haar in The Guardian naar aanleiding van een expositie van haar werk in Londen in augustus afgelopen jaar. Het is gebaseerd op interviews met haar ouders en een vriendin van haar. Het punt dat het artikel, en met name haar moeder, maakt is dat voor veel mensen haar zelfmoord tot een bepaalde interpretatie van haar werk aanleiding geeft die niet terecht is - namelijk van geestelijke verwardheid en neerslachtigheid. Haar moeder daarentegen legt uit ho sprankelend, creatief en vooral ook leuk en grappig zij was. Ze nam zichzelf met een flinke dosis ironie en zelfspot op de korrel. En dat woord ironie is heel belangrijk - ook met het oog op de depressiviteit waarmee zij kampte en die haar uiteindelijk fataal werd. Ironie naar jezelf en de wereld toe stelt je in staat afstand te nemen, naar jezelf en de dingen te kijken, te relativeren, te onderzoeken en te veranderen. Zo ging zij ook om met fotografie - als een spel waarin zij de loop nam met alle spelregels die men maar verzonnen heeft. Die ironie helpt ook om de depressie, de prestatiedruk en teleurstellingen te relativeren en op afstand te zetten. Dat is haar uiteindelijk helaas niet gelukt, maar we doen haar recht aan door Francesca’s spel te zien als de essentie van haar werk, van haar surrealisme. Haar foto’s zijn toch vooral een uitdrukking daarvan - en juist niet van verwardheid, depressie en doodsverlangen.

Ik moet daar ook aan denken als mensen mij zeggen dat mijn foto’s niet vrolijk stemmen. Dat klopt, daar ben ik ook niet op uit. Ik hoop alleen niet, als mensen daarom mijn werk ook zien als van iemand die zwaarmoedig is. Ik wil vooral bevreemding wekken - vanuit bevreemding wordt de verbeelding gewekt. Daar hoort een dosis ongemakkelijkheid en ‘unheimlichkeit’ bij - maar die ga ik met plezier, met ironie aan. Zo gaan wij meukers ook ‘los’ op treurigheid, met een jongensachtig plezier! Plezier gehuld in de bittere chocolade van melancholie. Bevreemding en melancholie zijn uitvloeisels van mijn spelen met de werkelijkheid - en dat spelen, dat moet ik meer doen. Dat moet ik nóg meer doen, omdat mijn fotografie dan krachtiger en eigener wordt - en omdat ik daarin plezier heb. Een eventueel verwarrend of zwaarmoedig effect op de beschouwer neem ik op de koop toe. En daarin voel ik mij zielsverwant met Francesca - en daarom was en ben ik zo geroerd als ik haar foto’s zie. Er is geen fotograaf die mij zo raakt als zij. En daarom kijk ik zo uit naar 2 april.

Geen opmerkingen: