maandag 29 december 2014

Speul'n

In het weekend voor Kerstmis draaide 3FM Serious Request op volle toeren op de Grote Markt van Haarlem - en daaromheen draaide een carrousel van acties om geld voor het goede doel in te zamelen. Eén daarvan was Serious Tango Request, een (bijna) 24-uurs evenement dat startte op de zaterdagmiddag om een etmaal later met een mooie opbrengst af te sluiten. Gedurende het evenement smaakten wij van Fotogroep Haarlem het genoegen deze gebeurtenis te mogen fotograferen - de resultaten daarvan zijn te bekijken op de FGH Google+ pagina.

Ik had het geluk om vanaf zeven uur op de zondagmorgen te fotograferen. In dat blok genoten we van het optreden van Kees Scholte (zie foto), een zanger die in het Nederlands vertaalde tangoliederen zong, onder begeleiding van pianiste Margreet Markerink.


Dansbewegingen bij beperkt kunstlicht stelt je voor de nodige uitdagingen, vooral als de weinige dansparen alle ruimte hebben om zich vrijelijk te bewegen. En voor je het weet is je tijd om en daarmee de tijd om te experimenteren hoe met deze situatie om te gaan. Tja, en als je dan het meer dan geslaagde improviseerwerk van je collega’s ziet dan spijt het je bijna dat je zo’n goede flitser hebt, die elke beweging genadeloos tot stilstand kan brengen, ongeacht waar het stelletje zich op dat moment ook mag bevinden.

Tot ik vanmiddag een begon te spelen met NIK Analog Efex Pro 2, een filterset die ik tot vandaag niet eerder aanraakte. En wat een plezier om daarmee de sfeer van donkere danscafés in het roerige Buenos Aires uit de twenties terug te halen.
  

En daarmee de verhalen en liederen van Kees Scholten weer tot leven brengend, met alle passie en spanning die daarbij hoort. En niet te vergeten de tango zelf, die met zoveel gevoel en plezier gedanst werd. Een bijzondere ervaring - en een kennismaking die smaakt naar meer.

zaterdag 6 december 2014

Under the Skin

Vorig weekend zag ik een fascinerende film die mij sindsdien door het hoofd spookt: Under the Skin. Deze film van Jonathan Glazer met Scarlett Johansson in de hoofdrol is één die elke fotograaf aan zal spreken. Zeker als je je losmaakt van (de behoefte aan) het verhaal en je richt op hoe de film het thema daar achter verbeeldt, dat in een recensie van FilmTotaal wordt samengevat als "wat het betekent om mens te zijn".

Het verhaal, losjes gebaseerd op een tamelijk absurde sf-roman van Michel Faber, is namelijk niet echt waar het om gaat. De film heeft als eigenlijk thema de vervreemdende kijk op de wereld vanuit het perspectief van een buitenaards wezen, voor wie wij (mannen) slechts prooidier zijn, maar dat, gekropen in de huid van een vrouw, zichzelf geleidelijk gaat inleven in de wezens die zij besluipt (met als omslag het mededogen met de man met een mismaakt gezicht) en in haar eigen vrouw- en mens-zijn - wat uiteindelijk tot haar ondergang leidt. Wij leren de wereld gaandeweg door haar ogen zien, identificeren ons met haar en krijgen wij sympathie voor haar - een vervreemdende ervaring, die via prachtige ondersteunende beelden in een intense spanning resulteert.

De wijze van verfilming maakt het vooral een fotografische film, waarin je van (traag) bewegend beeld naar beeld wordt voortgestuwd, elk op zich met enorm veel suspense en suggestie. Het is bijvoorbeeld trance-opwekkend en tegelijk verontrustend om, zo lijkt het, minutenlang naar een beeld van indrukwekkend Schots landschap te kijken, om pas halverwege tot de ontdekking te komen dat er een kleine menselijke figuur doorheen loopt. Wuivende bomen in de stormwind, die heel langzaam zicht bieden op de hoofdpersoon die er vanachter opdoemt. Maar ook beelden van de chaos van een door elkaar bewegend kooppubliek in een winkel centrum worden tot een verwarrende en bedreigende ervaring, omdat je echt even vanuit het referentiekader van een buitenstaander naar die situatie kijkt. Zo wisselen scenes zich als puzzelstukjes af, soms verhalend, soms alleen schetsend en schilderend, elkaar schoksgewijs opvolgend als in een hypnotiserende cadans - afgewisseld ook door abstracte of surrealistische beelden, bijvoorbeeld waar de hoofdpersoon in de huid en de kleren van een vrouw kruipt, of van de plek waar slachtoffers hun laatste minuten (uren?) tegemoet gaan. Beelden die meer suggereren dan ze daadwerkelijk laten zien. Zo zit de film razend knap in elkaar - een lust voor het (betoverde) oog.

Ik vond daarom de film bijzonder inspirerend, omdat het ook voor mij als fotograaf steeds een uitdaging is om de kijker door andere ogen te laten zien, in een andere huid, een andere emotie te laten kruipen. Te laten bevreemden en verwonderen. Daarom nog maar eens deze kat in Noorwegen, die vanuit een laag standpunt, met groothoek en scheve horizon genomen, zo uit een Scandinavische thriller gekropen had kunnen zijn.

Kortom, een zeer inspirerende film - een aanrader.

maandag 24 november 2014

Op fotografische strooptocht

Deze maand was het weer zover: de 2e Strooptocht van het Ouwe Meuk Genootschap voerde ons, vier fotovrienden van Fotogroep Haarlem, naar Silezië. Via Leipzig en de eeuwige bruinkoolvelden trokken wij naar Wroclaw, Katowice en Krakow, en weer terug via Bytom en Klodzko en tenslotte Eisenhüttenstadt, zurück in die Heimat. Ik kan op deze plaats natuurlijk uitgebreid vertellen van de tientallen mijnen, cokesfabrieken, bruin- en steenkoolcentrales, spoorwegemplacementen en natuurlijk de prachtige nachtelijk verlichte deprihoekjes die industriesteden als Katowice en Bytom zo boeiend maken. Of hoe heerlijk slenteren het is door mooie romantische steden als Wroclaw en Krakow. Hoe heerlijk het eten, hoe aardig de mensen waren - en bovenal hoe ongelooflijk gezellig het was. Maar dat bewaar ik voor een andere keer

Ik wil vooral mijn volgers aanmoedigen zelf ook dergelijke reisjes te maken. Gewoon met drie medefotografen met een vergelijkbare instelling en belangstelling een week op stap. Dat is makkelijk te regelen: één auto is genoeg, twee tweepersoonskamers zijn zo online te boeken, je kunt zonder mankeren onverwachts restaurantjes in lopen en ter plekke loop je elkaar niet in de weg. En het is onder fotografen te zijn behalve gezellig ook buitengewoon inspirerend en stimulerend. Zelf was je misschien wel nooit omgereden om een half uur in de avond te wachten om dat oude trammetje alsnog te fotograferen, of die gekke caravan op dat pleintje - samen doe je dat wel.


Daarom wat tips: kies allereerst je doel - en denk daarbij misschien wel minder aan het onderwerp/de streek en de voor de hand liggende bezienswaardigheden zelf en meer aan de sfeer die je zoekt. Bij ons waren dat elementen als: glimmende kasseien in de avondmist, mistroostigheid, herfstlicht, de heerlijke geur van kolendamp (jawel, we hebben die tijd nog meegemaakt), verval en hoopvolle transformatie, de roerige geschiedenis. En dan: gebruik volop internet, google maps / google earth en een offline kaartenapp as maps.me om je terrein tot op straatniveau goed te verkennen. Ook: probeer contact te leggen met mensen in het gebied of mensen die het goed kennen. Zo legde ik via mijn Poolse collega’s via via contacten met zowel een fotoclub in Katowice als met Roman Klus, een fotograaf in Bytom. Met als gevolg dat we bijvoorbeeld een hele dag met de laatste in en rond Bytom rondgereden hebben en vele mooie plekken hebben bekeken. Na afloop kregen we nog een tip om te gaan eten in de jazzclub - een heerlijke plek die normaliter zorgvuldig verborgen gehouden wordt voor de reguliere bezoeker (als die al ooit in Bytom komt). Echt super. Vervolgens: maak een programma op hoofdpunten (overnachtingen, belangrijkste sites) en vul het ter plekke, al rondrijdend, verder in. Laat je daarbij verrassen door wat je tegenkomt. Met maps.me in de hand en door goed om je heen te kijken valt er zoveel spontaans te ontdekken. Wij bleven tenminste uitstappen. En tenslotte: pas je aan. In Polen bijvoorbeeld is het veel eerder licht en donker - dus moesten we wel bereid zijn vroeger op te staan en de avondfotografie niet uit de weg te gaan (zie bovenstaande foto, met vaag links Hans).

Terwijl wij nog volop op onze foto’s nakauwen (hou mijn site in de gaten!) kijken wij alweer uit naar onze ruïne - en verderop in het verschiet een volgende strooptocht: misschien wel naar België dit keer. Ook altijd fijn - wist je dat daar de lelijkste stad van Europa schijnt te liggen? - daar moeten we wel heen. Ach, de lelijkheid - zoals Hans Dorrestein al zong: “schoonheid is niet wezenlijk, zij vergaat heel snel, wat blijft is de lelijkheid, onderhoud haar wel”. En zo is’t maar net, zulle!

vrijdag 17 oktober 2014

Het collectief schept meer dan de som der delen

Als ik één tip heb voor beginnende maar ook gevorderde fotografen, dan is het wel: sluit je aan bij andere fotografen en laat je inspireren door wat anderen doen. Niet alleen door museumbezoek of via internet - maar gewoon in ouderwets clubverband. Toen ik in 2003 mijn fotografie echt wilde oppakken heb ik me na een jaar van uitproberen en cursussen volgen aangesloten bij wat nu Fotogroep Haarlem (FGH) heet. Zonder twijfel wel mijn beste fotografie-investering ooit. Elke clubavond levert je wel weer nieuwe ideeën op. Ook het deelnemen aan gezamenlijke uitjes is niet alleen leuk om te doen, maar het is ook zeer verrijkend om te zien hoe anderen hetzelfde op hun eigen wijze verbeelden. Dingen waar jij aan voorbij bent gelopen hebben zij wel gezien - of op een geheel andere manier in beeld gebracht.

Ook levert het een platform op om weer andere clubjes te formeren. Zo trok ik er vorig jaar met drie andere clubgenoten op uit onder de noemer "Ouwe Meuk Genootschap" om ouwe meuk rond Berlijn te fotograferen. Ook hier leverde dat vier verschillende perspectieven op dezelfde urbex locaties op, en volop gelegenheid om van elkaar te leren qua belichting, perspectief en nabewerking. Nog dit jaar gaan wij wéér, nu iets langer en zeker nog iets verder - geografisch maar vast ook creatief.

En 'last but not least' noem/roem ik de samenwerking met mede FGH-er Bart van Rijsbergen en mede-Fotogram cursiste Hester Busse, onder de bezielende coaching van Ariane James. Dit "Fotocollectief InsideOut" leverde de afgelopen drie een stroom aan wederzijdse inspiratie op, een voortdurende uitdaging de grenzen van onze creativiteit op te zoeken - steeds gevoed door Ariane's inbreng en het kijken naar en leren van elkaars werk. Samen exposeerden we twee keer en kregen we een artikel in Fotografie.

De resultaten van ons samen-werken zijn onlangs uitgebracht in een gezamenlijk boek "Just Pictures" (zie hieronder) - integraal in te zien bij Blurb. En natuurlijk in al ons werk, zoals je dat ook de afgelopen jaren op mijn website hebt kunnen zien ontvouwen.


Dus als ik je één raad mag geven: hoewel fotografie een solitair (en tegenwoordig ook: digitaal/online) gebeuren lijkt, zij komt vooral tot bloei bij ouderwetse analoge interactie. Daar kan geen Flickr tegenop. Een uitstekend begin is een rondneuzen op de site van de Fotobond of er een club bij jou in de buurt is.

maandag 8 september 2014

In beweging blijven

Vorige week had ik een drukke werkweek achter de rug, met onder andere twee volle dagen vergaderen. De week daarvoor stapelde het werk zich ook al op, mede als gevolg van een eerdere driedaagse workshop. En dat terwijl ik normaliter van een vergadering van langer dan twee uur al behoorlijk onrustig word. Kortom, ik kreeg een gierende behoefte om mijn hoofd eens helemaal leeg te maken. Dat doe ik dan graag met fotograferen.

Zo trok ik er afgelopen vrijdag op uit om kromme bomen te fotograferen in de Amsterdamse Waterleiding duinen. Ik wist daarvoor een goede plek, want ik was er eerder ook al eens voor op uit geweest. Het is een onderwerp zonder pretenties waar je desalniettemin best even naar moet zoeken - want niet iedere boom is prettig krom en staat op de juiste plek. Dus volop ruimte voor jezelf om naar hartenlust rond te dwalen. En als je dan iets ziet, dan begint de tweede fase van het spelen: het zoeken naar een compositie die 'klikt', het ontdekken van patronen en vormen - wat van je vraagt om op diverse plekken rond de boom in het hoge gras te gaan liggen of over een stronk te hangen. Aardser kan bijna niet. Een bezigheid waarbij je nauwelijks je hersens als wel je fotografen-ruggengraat voor nodig hebt. Even leven vanuit de onderbuik, het onderbewustzijn, het fotografen-reptielenbrein. Het hoeft ook geen meesterwerken op te leveren, want wie verwacht er nou iets van een kromme boom? Gewoon lekker bezig zijn, zonder de drang te presteren.

Het resultaat was bij thuiskomst navenant: de meeste plaatjes konden ‘rücksichtslos’ de prullenbak in. En toch als bonus: een paar foto’s die er best mogen zijn. Zoals deze:


De moraal? Als je alles loslaat, juist ook de dwang om geslaagde foto’s te maken, dan kunnen onverwacht ook mooie dingen bovenkomen, dingen die jezelf - blijkbaar - aan het hart liggen. Zoals dit onbekommerd krommen en kronkelen van die takken en bomen, zonder rede en aanleiding. En zo niet? - dan niet! Moet ik vaker doen!

vrijdag 22 augustus 2014

Van Metadata naar Metafysica

Onder deze titel als knipoog naar mijn vorige blog en als vervolg op die daarvoor, deze keer mijn ervaringen met de Lightroom catalogus (of: Library) en vooral met de mogelijkheden om je foto’s te ‘taggen’ met trefwoorden, enerzijds om ze later makkelijker te kunnen terugvinden, maar óók om jezelf achter je foto's en de onderwerpen die je fotografeert te ontdekken. 

Vóór Lightroom zag ik de zin er niet van in om foto's trefwoorden te geven. Ik meende dat een doordachte mappenstructuur (plus tagging met sterren en labels) wel voldoende was om later snel bepaalde foto’s terug te kunnen vinden. Welnu, in mijn 'bekeringsproces' ben ik ook op dit punt tot inkeer gekomen. Maar zoals gezegd: het is méér dan alleen handigheid! Ik wil ook aangeven, dat tagging met trefwoorden een geheel nieuwe dimensie toe kan voegen aan je ontwikkeling als fotograaf – en hoe ik daarop kwam.

Die ontdekking begon nadat ik, na het inlezen van al mijn foto’s, aan mijn foto's trefwoorden had toegekend op basis van waar ze genomen waren, wat erop stond en of ze zwart/wit (dan wel kleur) waren, meer niet. Er ontstond een uitgebreide en tamelijk onoverzichtelijke lijst aan trefwoorden, die naarmate de klus vorderde steeds minder hanteerbaar werd. Tot ik erachter kwam, dankzij de video’s van Laura Shoe, dat je a) trefwoorden kan groeperen in een hiërarchie, en b) buitengewoon effectief hiermee kan zoeken en selecteren, vooral in combinatie met de sterren-classificatie (op kwaliteit) die ik al lang toepas. Het vinden van zwart/wit landschapsfoto’s met vier of vijf sterren (zoals onderstaande, vorige week nog geschoten in de duinen) - wedstrijdmateriaal - bleek bij het juist toekennen van trefwoorden een kwestie van enkele klikken.


De hiërarchie aan trefwoorden die ik vervolgens aanlegde kent op dit moment een viertal assen: locatie (waar is de foto genomen), onderwerp (wat is erop te zien), discipline (denk aan portret-, landschaps- of architectuurfotografie) en stijl. Onder het laatste vat ik vooral technische stijl – te denken valt aan zwartwit, polaroid, infrarood, long exposure, duotoon), – maar ook ‘expressiestijlen’, zoals abstract-expressionistisch en minimalistisch.

'Stijl' komt in de richting van waar ik heen wil als ik het heb over de vijfde dimensie: de aspecten die je in je foto’s terug kunt vinden van je signatuur. Ik heb die in het verleden al eens geprobeerd onder woorden te brengen in mijn fotografisch essay “De Verbeelding” – als de bevreemding, de essentie, de verlichting en het sublieme. Zij hebben natuurlijk óók te maken met een voorkeur voor onderwerp en stijl, maar voegen daar een element aan toe, laten we zeggen ‘bezieling’. Naar mijn idee zouden deze beperkt moeten zijn tot een handvol aspecten, niet meer. Bovendien zullen ze in de loop der tijd kunnen evolueren of fuseren.

Zo valt onderstaande foto (uit de Turkije serie) te classificeren als een representant van zowel de bevreemding als van het sublieme: het hemelse van het koepelgewelf breekt daadwerkelijk door de kapotte steen van deze grotbasiliek heen en kijkt naar binnen.


Ik denk dat het zaak is om die aspecten van je signatuur, die 'bezieling' te herkennen in je werk en onder woorden te brengen – een absolute voorwaarde om ze vervolgens bewust tot verdere ontwikkeling te brengen. En het classificeren van je foto's is daarbij een uitstekend hulpmiddel.

Je kunt namelijk prima trefwoorden en sterren-kwalificaties, eventueel in combinatie met de collection functionaliteit van Lightroom, gebruiken om die eigen signatuurelementen uit de jezelf het meest aansprekende foto’s te destilleren en onder woorden te brengen. Ik dacht daarvoor te beginnen met alleen je mooiste/beste foto’s – die met vier à vijf sterren – van de afgelopen vijf jaar. En dan te kijken of je die, afgezien van wat erop staat of in welke discipline ze thuishoren, kunt groeperen in termen van wat ze te zeggen hebben: het gevoel, de idee erachter, wellicht in combinatie met die steeds terugkerende en zo moeilijk te ondervangen ‘expressiestijl(en)’ in je werk. En bij elke nieuwe serie die je maakt te kijken of ze duidelijker naar voren komen – ook als je nog in het duister tast wat ze nou precies zijn.

Een fascinerende, uitdagende expeditie – waar ik me regelmatig in wil en moet oefenen. Moeten – want alleen door zelfreflectie gaan we verder zien: voorbij de fysica van het onderwerp en de techniek.

zaterdag 2 augustus 2014

Metaforie

Zowel bij het bekijken en beoordelen van een foto als bij het maken ervan zijn er verschillende insteken mogelijk. Technisch, esthetisch en inhoudelijk liggen het meest voor de hand – en hiervoor zijn er tal van conventies op basis waarvan mensen naar beelden kijken en beoordelen.

Daarnaast onderscheidt men vaak ook nog eens de vermeende bedoeling (of 'boodschap') van de fotograaf en of die bedoeling vervolgens overtuigend is verbeeld. Zelf heb ik met deze insteek weinig. Men veronderstelt dan dat de fotograaf een bewuste bedoeling heeft met zijn foto, en vervolgens dat de kijker die bedoeling kan herkennen, ook als hij slecht verbeeld is. Ten derde wordt verondersteld dat naarmate die bedoeling directer bij de kijker overkomt (en niet wordt afgeleid, of op het verkeerde been wordt gezet) de foto beter gelukt zou zijn. Dat mag dan wel zinvol zijn in documentaire of propagandistische vormen van fotografie – maar volgens mij niet in vormen van fotografie die als kunst of expressie worden beschouwd of beleefd. We vragen ons immers ook niet af wat voor bedoeling Monet had bij zijn schilderij Impression, soleil levant, of Marsman bij zijn gedicht Vlam. Hoe zou het dan zitten met onderstaande foto?


Veel zinvoller is de vraag: wat zegt het mij? Of nog daarvoor: zegt het mij iets? Nog interessanter: wat er gebeurt in dat proces van beleven en betekenis toekennen? Dat proces speelt zich in eerste instantie, en misschien wel grotendeels, af in ons onderbewuste. Wat we zien – als fotograaf en als kijker – zegt ons iets, roept iets aan diep in ons, en daar proberen we betekenis aan te geven. Wat we zien roept herinneringen, gevoelens en ideeën op, die via associaties aan het oppervlak komen en gehangen worden aan de dingen die we zien – die daarmee dragers (‘metaforen’) worden van die herinneringen en gedachten. Dat proces kan je metaforisch-associatief kijken noemen. We vormen ons in dit proces een beeld over een beeld heen.

En daar kunnen we ons voordeel mee doen – zowel in het fotograferen als in het ‘genieten’ van foto’s.

Ik herinner mij een fotobespreking van een regisseur die opmerkelijk en inspirerend was omdat hij op een theatrale, epische wijze naar een foto keek, nota bene een landschapsfoto waar op het eerste gezicht niets op gebeurde. Drie bomen op een rij. Hij associeerde het beeld met drie broers, Japanse samoerai. Er kwam een verhaal in hem omhoog, waardoor het beeld voor hem betekenis kreeg. Hij laafde zijn ziel aan het beeld. Hij kroop als het ware door het beeld heen een innerlijke werkelijkheid in, er ontstond een innerlijke dialoog die gevoed werd door steeds meer details in de foto en associaties in zijn geest. Dat noem ik verbeelding

Een tweede voorbeeld is te vinden in het buitengewoon interessante boek “Perception and Imaging” van Richard Zakia. In een van de laatste hoofdstukken gaat hij in op methoden voor foto-bespreken  en pleit hij voor dezelfde wijze van zeg maar metaforisch-associatief kijken. Hiervoor gebruikt hij een techniek van vrije associatie en ‘clustering’ uit de psychoanalyse van Freud en Jung. Bij een foto worden spontaan opkomende woorden genoemd, en bij elk van die woorden weer secundair opkomende woorden. Die methode illustreert hij aan de hand van een foto van twee bootjes half in de modder van een nagenoeg drooggevallen rivier. Hij laat zijn studenten vrijelijk associëren bij deze foto, die bij de één innerlijke beelden oproept van een twee mensen die samen liefdevol oud geworden zijn. en bij anderen weer associaties van scheiding en uitputting, of van een gedwongen afscheid. Ik denk dan: hoe meer lagen, hoe meer diverse interpretaties – hoe rijker (en meer geslaagd) de foto.

Zelf kijk ik ook wel eens (maar nog niet genoeg) op een vergelijkbare manier naar mijn eigen foto’s. Het leuke is dan, dat je bij sommige foto’s, en vooral foto’s die je in eerste instantie niet meteen opvallen, veel meer ‘verhalen’ krijgt, je meer een spiegel voorhouden of vragen opwerpen dan bij andere. De foto begint tegen je te praten – iets te vertellen over jezelf, waarom je de foto maakte. Dat zou ook leidend moeten zijn als we over onze eigen foto’s praten: niet blijven hangen in wat er letterlijk op staat, maar op wat er bij jezelf opgekomen is bij het zien van het beeld – bij het maken, of achteraf – wat onze beleving erbij is/was, welke betekenis wij eraan hecht(t)en.

En dat zouden we dan ook kunnen doortrekken naar het moment waarop we de ontspanknop indrukken.  Het zou goed zijn om ook ‘in het veld’ meer bewust alvast te beginnen met dat ‘metaforisch-associatief’ kijken, en zo het onderwerp uit te diepen. En nog verder: als we naar een bepaalde situatie gaan onszelf bewust-onbewust voorbereiden door een proces van verbeelding en associaties het onderwerp a priori gaan beleven, van betekenissen voorzien. Wat zeggen ruïnes ons, een kloof, een model in een bepaalde ruimte – wat zegt het ons, wat roept het in ons op? Wat zoekt er in ons dan een weg naar boven? Dat maakt fotografie nog zoveel interessanter.

Tot besluit dan als illustratie mijn foto bovenaan dit artikel. Een foto waarin het getal twee zich opdringt, op verschillende lagen in de foto. Wat betekent de lijn van de grashark tussen beide stoelen in? Een lijn die deel uitmaakt van een grotere schuine streep die de horizontale vlakken doorbreekt, boven voortgezet in de schoorsteenpijp die de lucht doorsnijdt, maar zelf ook gebroken is, gevormd als een bliksemschicht? Een breuklijn, of als een deling als in ‘met elkaar delen’ – de deling die verbindt? De stoelen zijn verlaten. Hebben de mensen die hier zaten elkaar gevonden buiten het beeld en daar de scheiding overwonnen – of zijn zij in de scheiding ten onder gegaan? Is die grashark dan een symbool van de (gebroken) belofte van kuisheid, als het zwaard in het bed van Tristan en Isolde? En het voorteken van hun einde? Wat komt er bij jou boven?

donderdag 10 juli 2014

Lightroom - van binnen en buiten

Diegenen die regelmatig mijn blog lezen weten al dat ik sinds enkele maanden vanuit het opgegeven Nikon Capture NX2 mijn toevlucht gezocht heb bij Adobe Lightroom. Sindsdien ben ik hard aan het leren, en niet alleen om de Lightroom bewerkingsmodule van binnen en van buiten te leren kennen. Lightroom biedt nog zoveel meer dan ik gewend was, zoals een uitstekende catalogus om mijn foto’s te ordenen, en diverse publicatietools. Het pakket is dermate rijk dat je niet toekomt met zomaar een beetje intuïtief rond rommelen. Een gestructureerde manier van verkennen en leren is geboden.

Als voorschot op en ter illustratie van 'van binnen en buiten', een foto geschoten in het Hospital de la Santa Creu i Sant Pau in Barcelona - eerlijkheidshalve deels ook bewerkt in NIK HDR Efex Pro.


Je kunt natuurlijk op cursus gaan, maar daar ben ik als eerste kennismaking niet zo voor. Meestal ligt het tempo tamelijk laag en staat de formule je niet toe de les even te onderbreken en met je eigen foto’s aan de slag te gaan. Tegen de tijd dat je daartoe gelegenheid hebt ben je vaak de helft alweer vergeten. Met andere woorden: het rendement ligt nogal laag. Cursussen zijn prima als je al de basics in de vingers hebt en je doelgericht specifieke vaardigheden wil verdiepen – denk ik.

Ik ben in principe meer iemand van boeken lezen – dacht ik. Dus ik heb in eerste instantie twee boeken aangeschaft. Om te beginnen Adobe's eigen “Adobe Photoshop Lightroom 5 – Classroom in a book”. Eerlijk gezegd teleurstellend en geen aanrader. Helaas leest dit boek toch vooral als een manual die je langs de diverse opties, views en tools voert, maar nergens echt de diepte in gaat, geen antwoord geeft op de vraag hoe en waarom je iets zou doen. Ik kwam er niet doorheen. Anders is het boek “Lightroom Ontmaskerd” van Piet van den Eynde. Dat is nu eens een prettig leesbaar boek, dat hoewel uitgaand van de Engelse menu's (wat zeker een voordeel is) in klip en klaar Nederlands de verschillende modules doorloopt, maar daarbij ook nog eens allerlei handige tips vertelt, deels aan de hand van ‘cases’. Misschien wel het beste boek voor de Nederlandse gebruiker.

Een derde manier is het volgen van video-lessen. Op internet wemelt het van die video's en er zit best wat bruikbaars bij. Het handige is dat je ze vanaf je werk-pc kunt volgen en op elk moment de video kunt pauzeren en switchen naar Lightroom om het geleerde in de praktijk te brengen. Echter, veel video’s blijven steken bij een generieke bespreking van bijvoorbeeld de complete Develop module. Met andere woorden: je zult heel wat bijeen moeten sprokkelen om een compleet overzicht te krijgen.

Wat een verademing is dan de videoreeks van Laura Shoe. Sinds een kleine week werk ik de complete serie “LR5 Fundamentals and Beyond” af (bij elkaar 61 lessen, samen 12,5 uur) – en dan heb ik ook nog “LR5 Producing Great Output” aangeschaft (ook nog eens 57 video’s, ruim 12 uur), dus nog heel wat te gaan, maar dit is echt geweldig. Laura gaat werkelijk alle aspecten van het programma af, in een rustig tempo, in duidelijk Engels met een prettige stem en op een bijzonder logische en praktische manier. Elke les, 10-20 minuten, levert je onmiddellijk rendement op. Vandaag heb ik bijvoorbeeld het metadata management onder handen genomen, het omgaan met 'keywords' voor het ordenen en terugvinden van je foto's in de catalogus - en meteen toegepast. Dat ziet er nu behoorlijk op orde uit - en ik heb meteen alweer een idee voor een nieuwe blog (en een eigen leermoment), maar daarover later. Afgelopen weekend gaf ze extra korting op de serie, waardoor deze bibliotheek aan video’s maar net iets meer dan €50 kostte – echt meer dan het geld waard.

Natuurlijk komt het uiteindelijk aan op het (her)ontwikkelen van je eigen stijl, het dienstbaar maken van de mogelijkheden van het pakket aan je eigen creatieve ideeën, maar daarvoor moet je echt eerst die mogelijkheden leren kennen alvorens je ze je eigen kunt maken. Deze video’s zijn daarvoor de perfecte basis. Dus wie de Shoe past, trekke hem aan!

zondag 29 juni 2014

Gereedschap

Gisteren en eergisteren heb ik hard gewerkt aan de voorbereiding van mijn expositie “Places of Healing” die 15 juli bij LeasePlan Corporation in Almere-Stad geopend gaat worden. Meer daarover op mijn website. Waar ik het nu over wil hebben is het fotografiegereedschap dat aan de tentoongestelde foto’s ten grondslag ligt. De geëxposeerde foto’s markeren namelijk tevens een overgang op meerdere technische vlakken: van een APS-C formaat ('DX') naar een full-frame ('FX') camera en van Nikon Capture NX2 naar Adobe Lightroom.

Op met het eerste te beginnen: de ene te exposeren serie, die van Berlijn, is nog gemaakt met mijn Nikon D300, waarop ik meestal – en ook ditmaal – fotografeerde met een normale zoomlens (DX 17-55mm, F/2.8). Een perfecte combinatie die mij zes jaar uitstekend gediend heeft. Laat ik niet ingaan op de smoezen voor mezelf waarom ik na deze trip opeens een andere camera wilde (daar kom is zo op terug). Om mijn ervaringen met mijn nieuwe ‘setje’ en het verschil met de vorige kort samen te vatten: die waren in één woord weergaloos. Nu was ik al voorbereid (of vooringenomen) door Nikonians die me voor waren gegaan met deze camera en vertelden dat ze uit hun sokken geblazen waren van de beeldkwaliteit, maar ik kan het alleen maar beamen.

De Turkse serie die een paar uur later van de printer rolde is namelijk gemaakt met de Nikon D800 (en een supergroothoek zoom, de FX 16-35mm F/4.0 VR). Een ‘machine’ met maar liefst 36 megapixels, 3x zoveel als de D300, maar verspreid over een veel grotere want full-frame sensor (binnen het DX-bereik betekent dat een verbetering van 12,5 naar 15 megapixels, dus dat valt dan ook wel weer mee). De camera biedt het grootste dynamische bereik (de maximale contrastomvang tussen zwart en wit die de camera kan registreren) momenteel op de markt, gepaard met een enorme resolutie waarmee je zonder enig kwaliteitsverlies op A2 kan afdrukken. Dat betekent dat je veel meer details in de hoge en lage lichten vast kan leggen en bovendien dat je een enorme scherpte en detaillering kan bereiken dan wel naar believen uitsneden kan maken (bijvoorbeeld om zonder mankeren lens- en perspectiefcorrecties kunt uitvoeren). Mijn Berlijn foto’s maakten me gewoon begerig om vaker zonder kwaliteitsverlies op expositiewaardig grootformaat af te drukken, en om die fijne details echt bijna tastbaar te kunnen vastleggen – en dat kan nu.

De supergroothoek is ook een heerlijke lens. Weliswaar niet zo super lichtsterk, maar gepaard met zijn VR en een sublieme resolutie kan je uit de hand enorm scherpe en ‘ruime’ foto’s nemen. Perfect als rondlooplens voor architectuur en landschap – draagbaarder ook dan de lompe 12-24 F/2.8. Hij zat er dan ook bijna de helft van de Turkije reis op.

Ter verdere leringhe ende vermaeck doe ik hier ter illustratie een foto geschoten op het voormalige Shell Sportcomplex in Vlaardingen bij, op volle lensopening bij F/8 (focus vlak achter de schoen).


Nikon heeft overigens afgelopen week een opvolger van de D800 op de markt gebracht, de Nikon D810. Deze biedt vooral meer snelheid en een verbetering van de hoge ISO-mogelijkheden (terwijl de D800 al eerder tot de ‘Lord of Darkness’ werd uitgeroepen. Mijns inziens minder interessante verbeteringen op toch al een perfecte camera, maar met een aardige prijsverhoging – dus zat je op het vinkentouw voor de D800, wees er dan snel bij.

Dan nabewerking. Ik werkte altijd met Nikon Capture NX2 en daarbinnen had ik bovendien NIK Color Efex Pro voor Capture NX2. Inclusief voorgangers werkte ik al met Nikon Capture vanaf 2004, duas ik was er behoorlijk mee vergroeid geraakt. Nikon stopt echter met dit product, waardoor ik wel gedwongen was over te stappen op een ander pakket. Ik heb me bij het onvermijdelijke neergelegd en ben onlangs overgestapt op Adobe Lightroom.

Ook hierin ben ik niet teleurgesteld – in tegendeel. Hoewel ik nog steeds ‘uphill’ op de leercurve ben, ben ik meer dan tevreden. Ik had al eerder in mijn blog verteld dat de mogelijkheden om detail uit de hoge en lage lichten te halen zeker stukken beter zijn dan met Capture NX2. Gepaard met het enorme dynamische bereik van de D800 zijn de resultaten die je op dit vlak kunt behalen meesterlijk.

Dan de nuancering: met lokale bewerkingen zijn vergelijkbare resultaten te behalen als met Capture, hoewel je wel iets meer moeite moet doen: LR kent immers niet die fijne kleur- en selectiesturingspunten. Je kan echter geen lokale curves toepassen, wat een gemis is, en het retoucheerpenseel vind ik persoonlijk inferieur aan de magische kwast van Nikon. Verder is de kleurbewerking van Lightroom naar mijn smaak beduidend minder, vaak wat vlakker, minder volle keuren, minder sprankelend. Ik heb daarom geleerd dat je eigenlijk elke foto behalve wat contrast en clarity ook een subtiele curve moet geven op er iets meer pit in the brengen – en dat laatste zou je dan zo graag per kleur of gebied willen doen, maar dat kan dus niet. Je zet dan maar de ankerpunten voor de curve op de kleuren die je wat meer diepte zou willen geven. Tenslotte ben ik nu voor de NIK filters aangewezen op een export en dus een 16-bit tiff conversie, wat de zuinige Nederlander in mij minder naar Color Efex Pro laat uitwijken dan voorheen.

Maar de combinatie met een catalogus biedt dan weer heel veel meerwaarde, en na enig worstelen heb je als bonus ook nog handige export- en printpresets onder de vingers – met die minpuntjes valt dan goed te leven.

vrijdag 6 juni 2014

Ruïnes

In mei trokken we vier weken lang door Turkije - een land met een enorm rijke geschiedenis. Het ligt dan ook bezaaid met de sporen die Hittieten, Parthen, Perzen, Grieken en Romeinen hebben achtergelaten.

Een van de opdrachten die ik mezelf voor ik op reis ging had gesteld was om de beschaving, of mijn beeld van (of beter: gevoel bij) die beschaving achter de ruïnes in een beeld te vangen.

Ruïnes maken op mij, maar dat geldt denk ik voor veel mensen, altijd indruk: hier hebben mensen geleefd zoals wij, maar met een fascinerend ander wereldbeeld, in de schijnbare vanzelfsprekendheid dat het altijd zo zou blijven, als in een eindpunt in de geschiedenis. Je kijkt door de nevels van de geschiedenis heen, voelt de mysteries die zij beleefden, de nabijheid van goden die inmiddels vergeten zijn maar die hier nog steeds huizen in hun vervallen tempels, tussen de wortels van de bomen die er bezit van hebben genomen.

Tegelijk zien onze ogen slechts hopen stenen, rijen pilaren, gebleekt onder een onbarmhartige zon erboven. Kijk je teveel met je ogen, dan gaat het niet lukken - en is het realisme van de camera onverbiddelijk. Het is een uitdaging om daar doorheen te kijken.

Wat ik heb gemerkt is dat je jezelf de tijd moet gunnen, om je in te leven en tegelijk afstand te nemen van wat je ziet: dus sluipend en schrijdend, door de oogwimpers heen kijkend, achteruit lopen en ongebruikelijke standpunten uitproberen. Gewoon even ergens gaan zitten. En achteraf het innerlijke beeld te extraheren uit wat de camera heeft vastgelegd - met fotobewerking, reduceren en inkoken, of in de beeldtaal van de oude alchemisten: door het vernietigen van de vorm de kwintessence bovenhalen.


Is het gelukt? - Wat denken jullie bijvoorbeeld van dit beeld van de tempel van Aphrodite in Aphrodisia? Het maakt deel uit van een drieluik dat achteraf bezien verschillende aspecten van de liefde uitdrukt: het samen anders en toch één zijn, de zielverbondenheid en het uitstralen op de omgeving. Binnenkort op mijn site.


zondag 6 april 2014

De remix

Tot een paar weken terug bewerkte ik mijn foto’s met Nikon Capture NX2 – een pakket waarin ik een zekere virtuositeit had ontwikkeld, dat aansloot bij (vergroeid was met?) hoe ik ben gaan fotograferen en bewerken. Nikon heeft laten weten deze zomer met de ondersteuning en verdere ontwikkeling van dit pakket te stoppen. Het gevolg zal zijn dat de bewerkingen van mijn foto’s op enig moment onleesbaar worden èn dat ik mij zal moeten bekwamen in een concurrerend pakket.

Het tweede is als bij een dichter die ontheemd opeens in een andere taal moet dichten: onthutsend. Ik heb me echter met aanvankelijk frisse tegenzin bij het onvermijdelijke neergelegd, en zie het nu als een uitdaging - zowel technisch als creatief. Maar net als met taal biedt het ook weer nieuwe mogelijkheden, en is het ontdekken daarvan ook wel weer spannend.

Het eerste is vooral veel werk – maar dat zit er nu op: ik heb mijn ‘archief’ opgeschoond en mijn oude bewerkingen veiliggesteld door de bestanden om te zetten in een formaat dat vast (?) nog decennia leesbaar blijft (tiff). Ook heb ik mijn resterende foto’s in de catalogus van mijn nieuwe instrumentarium (Lightroom) opgenomen en ze trefwoorden meegegeven, zodat ik ze makkelijker dan voorheen kan terugvinden.

Al doende doorliep ik van nu terugwerkend mijn fotografische ontwikkeling – en eerlijk gezegd werd ik daar niet noodzakelijkerwijs vrolijk van. Hoe verder terug hoe meer de foto’s (wel mooi voor de familie, maar ...) gewoontjes werden, en hoe primitiever mijn bewerkingen. Dat laatste is niet zo’n probleem bij foto’s van 8, 9 jaar terug – maar zeg van de periode die ik nog zonder mankeren op mijn site wil (en heb) zag ik toch vaak voorbeelden waarvan ik bij nadere beschouwing nu denk: dat kan beter! En met beter bedoel ik: beter verbeeldend wat bij het maken (of bewerken) mijn bedoeling was. En wat nu in mijn nieuwe instrumentarium en met wat ik nu weet en kan beter bereikbaar is.

Zo stuitte ik op de foto hierboven waar ik in mijn oorspronkelijke bewerking het enorme contrast niet kon overbruggen, en nu de tegenstelling tussen de ooit onneembare vesting en de grootsheid van de natuur wèl in één beeld kan vangen - inclusief de intrigerende aanlandingsplaats.

Kortom, het loont de moeite om na verloop van tijd je foto’s uit het verleden nog eens door te lopen. Terug te blikken op je ontwikkeling, wat je nu anders doet dan toen. Aardige bijkomstigheid: ik kom voldoende materiaal tegen om mijn huidige leerproces te schragen aan de toch wel interessante restantjes (diamantjes?) die een ‘re-mastering’ wel kunnen gebruiken.

maandag 24 maart 2014

How to play

Afgelopen zaterdag bezochten we een voorstelling van het toneelstuk 'How to play Francesca Woodman' van Toneelgroep Maastricht in de Bordenhal in Maastricht. Het stuk, gespeeld door vier jonge actrices, sleepte je met razende vaart mee door het korte leven van deze Amerikaanse fotografe die in 1981 op 22-jarige leeftijd zich quasi als levenskunstwerk van het leven benam.


Alle vier speelden zij met een enorme overtuigende intensiteit verschillende kanten van haar persoonlijkheid en leven. Haar jeugd waarin alles ondergeschikt was aan de kunst van haar vader, een kunstschilder die letterlijk alles abstraheerde tot er geen leven meer over bleef, en van haar moeder, keramiste, die omgekeerd weer alle kunst afmat aan toepasbaarheid. Haar complexe verhouding met mannen, liefde en seksualiteit. Haar gesprekken met haar therapeut, die, waarschijnlijk terecht, haar poogde te confronteren met de autobiografische aspecten van haar foto's, die vrijwel zonder uitzondering haarzelf - veelal naakt - tot onderwerp of tenminste model hadden, een dimensie die zij probeerde te ontvluchten en ontkennen. De waarheid is niet naakt, bracht zij daar tegenin, de waarheid verhult een werkelijkheid daarachter die ze wil onthullen - waarmee zij het persoonlijke tot object maakte.

En zo maakten zij ons ook deel van de fotografische opvattingen en uniekheid van Woodman, die zo nadrukkelijk geen genoegen nam met 'de werkelijkheid', maar zocht naar de surrealiteit daarachter. En die daarin zichzelf als medium gebruikte om die werkelijkheid bloot te leggen.

Tegelijk werd zij gedreven door een steeds meer obsessieve zucht naar vernieuwing, erkenning en succes, het verlangen alles ondergeschikt te maken aan de kunst - waarmee zij, o ironie, tevens de perfecte dochter van haar ouders werd. Zoals haar relatie met Benjamin, haar 'geile slaaf', die tenslotte geen andere uitweg zag dan van haar weg te lopen.

De mooie teksten van 'dichteres des vaderlands' Anne Vegter en Erik-Ward Geerlings (o.a. Mephisto, Decamerone) en het indringende, heftige en bijna bezeten spel van de actrices werden schitterend ondersteund en versterkt door het gebruik van projecties, fotomateriaal en decor, zodat je van begin tot eind ademloos geboeid bleef. Zeker een aanrader!

(foto: Ben van Duin)

vrijdag 7 februari 2014

Francesca Woodman

In april 2012, tijdens een korte vakantie in New York, bezochten we in het Museum of Modern Art (MoMa) een foto-expositie van het werk van de Amerikaanse fotografe Francesca Woodman (1958-1981).

Ik was meteen mateloos gefascineerd. Zelden heb ik zulke directe, persoonlijke en aangrijpende fotografie gezien. Zij is misschien wel de eerste fotograaf geweest die zo nadrukkelijk fotografie leek te gebruiken om echt iets van binnenuit tot expressie te brengen en daarmee via haar fotografie óók een dialoog met zichzelf aan te gaan, met zich te experimenteren en al doende zichzelf te ontdekken – als mens en als vrouw.

Op vrijwel elke foto is zijzelf het onderwerp – bijna altijd naakt, in een eenvoudige compositie en in een zeer magisch-expressionistische stijl - voor een belangrijk deel genomen in een kaal en verwaarloosd huis als decor. Kwetsbaar en in afzondering, als in retraite, in meditatie. Foto’s die op haar fotografie-opleiding niet begrepen werden en die voor een belangrijk deel tijdens haar (op jonge leeftijd door zelfmoord aan het eind gekomen) leven nooit zijn afgedrukt. Hoewel ze enerzijds erkenning (en dus publicatie) zocht – haar werk is duidelijk gericht op expressie, het ontwikkeling van een oeuvre naar en communicatie met een publiek toe - ademen haar foto’s ook een verlangen alleen te zijn, en een sfeer van eenzaamheid en worsteling.

Ik voelde me enorm geïnspireerd door wat ik zag. Niet eens zozeer door de vorm en thematiek, haar eigen proces, maar door het idee erachter: fotografie als zelfexpressie en objectivering (naar buiten brengen) van iets van in je leeft en moeilijk in woorden maar wel in beelden te vangen is, om daarvan te leren. Het heeft mijzelf geïnspireerd om (meteen al die zomer in de Corrèze – zie onderstaande foto - en rond het eind van dat jaar op onze zolderkamer) ook een paar series te maken met mijzelf als onderwerp, waarvan een aantal op mijn website te zien zijn.


Ik moest hieraan denken toen ik attent werd gemaakt op een toneelstuk van Toneelgroep Maastricht, “How to play Francesca Woodman”. Het stuk, gespeeld door vier jonge actrices en waarvan de tekst geschreven is door Anne Vegter (Dichteres des Vaderlands) en Erik-Ward Geerlings (o.a. Decamerone, Mephisto), gaat 15 maart in Maastricht in première en zal na april het land doorgaan. Ben zeer benieuwd en ik ga zeker kijken!

Als opwarmertje: op 1 april zal de AVRO om 21:15 uur om 11.15 uur op Nederland 1 de documentaire opnieuw uitzenden die ze over Francesca Woodman hebben gemaakt.

zondag 2 februari 2014

Silodam

Daar stond hij aan de waterkant geparkeerd, een oude Citroën. Grijs van buiten, maar rode bekleding van binnen – en boven ons de grauwe lucht boven een dito Silodam. Een blik in de spiegel. Daar neemt onze verbeelding ons mee – naar Frankrijk, deinend over een Route Nationale, naar het zuiden, de zon achterna. De laatste zomer nog, toen het leven loom, de dagen zwoel en de liefde intens was. We voelen de warmte weer even, proeven het knapperige brood, de zilte kaas, een zweetdruppel parelt over het voorhoofd, het geroezemoes in een steegje verderop, links aan de overkant van het pleintje. Of het koele gras dat kriebelt in je nek, en nog een kus. Het deinen over de weg, het ratelen van de brug. Onze blik dwaalt af en alles lijkt nu opeens warmer, straalt een beetje. De Silodam – is het nog steeds de Silodam?

zaterdag 4 januari 2014

Karakter

Op een van de donkere dagen voor kerstmis keerde ik voor het eerst sinds 2010 terug naar het Waterloopbos – misschien wel één van de meest tot de verbeelding sprekende bossen van Nederland. Ik vroeg mij al wandelend af wat er, fotografisch en persoonlijk gezien, tussen toen en nu veranderd was (want het bos lag er nog net zo mooi bij). Indertijd verlegde ik mijn aandacht van het fotografische onderwerp en de bijbehorende techniek naar mijn manier van kijken. Beginnend in dit bos begon ik zen/mindfulness-achtige manieren van kijken te ontwikkelen. Het afgelopen jaar verlegde ik mijn aandacht nog een stapje verder: naar mijzelf, of in algemene zin: de persoonlijkheid van de fotograaf. Graag neem ik jullie deze keer mee op deze introspectieve boswandeling.


De afgelopen weken heb ik mij verdiept in een zeer interessant boek over hoe wij als mensen beelden zien en begrijpen: “Perception and Imaging, Photography – A Way of Seeing” van Richard Zakia. De eerste hoofdstukken van dit boek gaan in op resultaten van (vooral Gestalt-) psychologisch onderzoek over hoe wij composities, kleuren, lijnenspel en diepte waarnemen. Op zich al erg interessant, want fundamenteel: het gaat over hoe wij biologisch-evolutionair zijn toegerust om te kijken en beelden te verwerken – feitelijk om te overleven.

Gaandeweg wordt het boek echter steeds interessanter, omdat we geleidelijk het niveau van wat ook wel het reptielenbrein heet ontstijgen en aankomen bij het menselijk bewustzijn, de behoefte waarde en betekenis te onderkennen en om beelden te maken als zelfexpressie en manier van zelfontdekking. Zo komen we uit bij de fotograaf zelf. Hier haalt Zakia het model van de persoonlijkheidstypen van Jung aan – waarbij persoonlijkheid inhoudt hoe het individu zich gedraagt ten opzichte van zijn omgeving.

Dit model onderscheidt vier psychologische functies, antagonistisch tegenover elkaar geplaatst op twee kruisen die samen een kruis of matrix vormen: Denken versus Voelen, en Gewaarworden versus Intuïtie. Interessant is om na te gaan hoe een positionering van de persoonlijkheid van de fotograaf op dit kruis zich vertaalt in hoe hij ziet en fotografeert.

Daarom eerst iets meer over het model zelf. Op de verticale ‘rationele’ as plaatst Jung Denken tegenover Voelen. Deze staan tegenover elkaar omdat hij ervan uitgaat dat iemand niet tegelijk kan denken en voelen: zij sluiten elkaar (tenminste in het moment) uit. Denken en Voelen hebben te maken met organiseren en ordenen, waarde toekennen en oordeel vormen: Betekenis hechten. Denken heeft betrekking op ideeën, begrijpen, logica, argumenten, informatie - de foto als drager van een boodschap of informatie. Voelen hecht daarentegen betekenis op het gevoelsmatige vlak: normen en waarden, hebben we een relatie met het onderwerp, biedt deze gemak, plezier, geluk, pijn of angst – de foto als medium voor gevoelens. Op de irrationele as, zo genoemd omdat deze functie aan de rationele functies vooraf gaan, instinctmatig zijn, vinden we Gewaarworden versus Intuïtie. Gewaarwording en intuïtie staan voor twee antipoden qua Perceptie, waarbij gewaarwording de werkelijkheid objectief in al zijn details waarneemt - de foto als vastlegging en studie; terwijl intuïtie langs de dingen heenkijkt op zoek naar ‘het geheel’, en de betekenis, de essentie erachter – de foto als medium voor het ontdekken en verbeelden van de (grotere) werkelijkheid achter de dingen door veronderstelling, suggestie en fantasie.

Volgens Jung zal per as steeds een functie dominant (superieur) zijn in de persoonlijkheid, en de tegenovergestelde inferieur. Binnen dit assenstelsel kan een persoonlijkheid (ook van de fotograaf) dus als een punt in één van de kwadranten worden weergegeven. Met andere woorden, iemand getypeerd in het kwadrant linksboven kan worden gekenmerkt als vooral gewaarwordend-denkend.

Beginnen we linksboven, dan vinden we daar de denkend-gewaarwordende fotograaf. Een gewaarwordend-denkend fotograaf zich zal vooral inspannen om de details van het beeld in zich op te nemen en weer te geven, teneinde een accuraat beeld van de werkelijkheid, al dan niet vanuit een bepaalde optiek (bijvoorbeeld: het foerageergedrag van zeemeeuwen, de benarde situatie waarin Indianen zich bevinden) weer te geven – een documentaire instelling. Hetzelfde oog voor detail en werkelijkheid vinden we overigens ook terug bij de enscenerende fotograaf, waar de kijker met veel detail wordt verleid om een bepaalde gespeelde (soms absurde) werkelijkheid te geloven.

Linksonder treffen we de gewaarwordend-voelend fotograaf. Ook hij wordt gekenmerkt voor oog voor detail en werkelijkheid, maar zal zich vooral  overgeven aan het tot zich door laten dringen van die werkelijkheid en de daarbij opkomende gevoelens proberen uit te drukken en over te brengen. Hierbij moet men denken aan journalistieke en sociaal geëngageerde fotografie, maar ook fotografie waarin esthetiek, oog voor mooie details een belangrijke rol speelt. In dit kwadrant zullen we ook de natuurfotograaf treffen die zich ten doelt stelt bij zijn publiek liefde voor de natuur over te brengen – maar daarbij wel dicht bij zijn onderwerp blijft.

Gaan we het hoekje naar de intuïtie om, dan betreden we het kwadrant van de voelend-intuïtieve fotograaf. Deze zal meer bezig zijn met wat de beschouwde werkelijkheid hem gevoelsmatig zegt en de essentie die hij ervaart achter de werkelijkheid, zoals de overweldigende ervaring die het aanschouwen van de Himalaya met zich meebrengt als metafoor voor het goddelijke. Hij zal zich toeleggen op het verbeelden van zijn gevoelens vanuit een idee. Daarbij moeten we bijvoorbeeld denken aan de portretfotograaf, die de toevallige gezichtsuitdrukking van zijn model negeert, licht en model zo naar zijn hand zet en een dusdanige connectie maakt met zijn model dat diens ziel boven komt. Dat daarbij desnoods afbreuk wordt gedaan aan de objectieve werkelijkheid neemt hij voor lief. In dit kwadrant zien we ook de landschapsfotograaf voor wie het verbeelde landschap niet zozeer een concrete plek is, maar de uitdrukking van zijn innerlijke leefwereld, van zijn beleven is. Dat mag dan best impressionistisch zijn.


Een denkend-intuïtieve fotograaf tenslotte is vooral bezig om een werkelijkheid achter de werkelijkheid te doorgronden of te suggereren – en zal fotografie vooral ervaren als een zoektocht, met de nadruk op het ontwarren dan wel creëren van raadsels, mysterie, verwarring, het opwekken van verbeelding en fantasie. Hier wordt geëxperimenteerd of het grensvlak van fantasie en werkelijkheid. Voorbeelden vinden we in conceptuele, surrealistische en abstract-expressionistische fotografie, experimenten met pinhole en infraroodfotografie.

Behalve op deze twee assen die voor de vier belangrijkste bewustzijnsfuncties staan, kunnen persoonlijkheden ook worden getypeerd naar hun 'bewustzijnsinstelling': meer introvert of meer extravert. Bij introverte mensen is, om Wikipedia te citeren, "de energie naar binnen gericht, op de eigen gedachten en gevoelens. Introverte mensen halen energie uit zichzelf door zich te richten op de innerlijke beleving en overweging." Een introvert iemand zal geneigd zijn om de werkelijkheid op zichzelf te betrekken. In artistieke zin zal hij geïnpireerd worden om beelden te maken waarin zijn beleving van de werkelijkheid of zichzelf centraal staat - waarbij de werkelijkheid, het object, letterlijk een gegeven is. Gegeven in de zin van: het wordt gevonden doordat het resoneert - het interessante is vervolgens: waarom het resoneert. Voor de extravert, daarentegen, "is de buitenwereld de maatstaf voor wat hij ervaart, besluit en doet. Bij een extraverte instelling is de energie naar buiten gericht, op mensen, activiteiten en dingen. Extraverte mensen krijgen, door hun oriëntatie op de buitenwereld, energie uit interactie met anderen." In artistieke zin streeft de extraverte fotograaf ernaar de werkelijkheid zo te beïnvloeden dat zijn beeld, dat hem voor ogen staat, kan worden gemaakt. Een introverte fotograaf zal zich liever afzonderen en er alleen op uit trekken, de werkelijkheid tot zich laten spreken - en zullen het moeilijk vinden om vreemden te fotograferen. Extraverte fotograferen daarentegen zullen bijvoorbeeld juist graag vreemden op straat fotograferen, interacteren met hun onderwerp en het naar hun hand zetten.

Wat kunnen we hiervan leren?

Op de eerste plaats is het onderkennen van je eigen persoonlijkheid als fotograaf denk ik essentieel om je eigen ‘signatuur’ te ontwikkelen. Die reikt verder dan de meer uiterlijke aspecten, zoals onderwerpkeuze, typerend kleurgebruik, bewerking, standpuntkeuze en wijze van kadrering – die raakt de persoonlijkheid van jou als fotograaf en wat jij met je fotografie beoogt: bij jezelf en bij je publiek. Hoe steviger en natuurlijker je fotografie geworteld is in je persoonlijkheid, hoe persoonlijker en directer je fotografie is – en ‘aankomt’ bij je ‘zielsverwanten’ of tegenpolen.

Op de tweede plaats is niemand te vangen in één hokje (kwadrant). Persoonlijkheidstesten brengen veelal naar voren dat weliswaar één kwadrant dominant is, maar die dominantie kan meer of minder uitgesproken zijn en de overige kwadranten doen in min of meerdere mate ook mee. Ook zal de omgeving van invloed zijn op hoe uitgesproken iemand vanuit zijn natuurlijke persoonlijkheid leeft en fotografeert. Net als dat iemand in zijn werk zich anders kan gedragen dan hij van nature zou doen, geldt dat ook voor de fotograaf. De fotograaf die zich laat leiden door wat anderen als ‘goed’,  ‘mooi’ or ‘creatief’ waarderen zou wel eens verder af kunnen raken van wat voor hem/haar zingevend zou zijn. Dus wissel ook eens met een naburig kwadrant, experimenteer met meer ‘gevoel’ of ‘denken' bijvoorbeeld, of doe eens meer introvert/extravert – juist het omhooghalen van een minder uitgesproken kant van jezelf en het integreren ervan in je stijl kan heel bevredigend zijn. Zolang het maar goed voelt.

Mijn eindconclusie: het is belangrijk om vooral vanuit jezelf te fotograferen – wat jou opvalt, beweegt, boeit. Fotografie als zelfexpressie. En ook: dat wat je fotografeert op de eerste plaats iets over jezelf zegt aan jezelf: fotografie als vorm van zelfreflectie. Beide zijn denk ik voorwaarden voor fotografie met karakter.