vrijdag 17 april 2015

Verrijzenis


Op mijn reis door mijn fotografische verleden kwam ik in de week voor Pasen bij deze foto uit 2010 terecht, genomen tijdens onze reis door Noord-Griekenland. Op dat moment werd ik ongetwijfeld getroffen door dit beeld van een staand en een liggend paard en de golvende, ronde vormen om hen heen - anders had ik hem niet gemaakt. Toch had ik hem nooit bewerkt. Tot nu toe - met dit beeld als resultaat.
  
 
Ik noem deze foto “Herrijzenis” met het oog op Pasen. Maar ook omdat ik hem opdraag aan mijn ouders die op dat moment al, maar zeker op de dagen erna, getroffen werden door een geestelijke en lichamelijke ramp, met een gezamenlijke ziekenhuisopname deze week als gevolg. De foto verbeeldt hun zorg en liefde voor elkaar en van hun kinderen voor hen. Het spel van lijnen en contrasten, en het licht waarin de beide dieren zijn geplaatst, verbeelden bescherming, net als de positie van het staande paard vóór het liggende dier. De titel van de foto tenslotte drukt mijn hoop uit dat ze er weer bovenop mogen komen.

Soms wordt pas jaren later duidelijk waarom je een foto genomen hebt en hoe je die betekenis en dat gevoel tot uiting kan laten komen. Het paard, als zinnebeeld van het onderbewuste, is daarom een mooie metafoor in deze foto. Inspiratie komt altijd van binnenuit, net als de kracht om er weer bovenop te komen.

maandag 6 april 2015

Tweede pluk

De afgelopen weken ben ik weinig aan fotograferen toegekomen, tenminste, aan het nemen van nieuwe foto’s. Ondertussen ben ik wel nauwgezet door mijn ‘archief’ aan het struinen, om op te ruimen maar vooral ook om ‘vergeten pareltjes’ te ontdekken. Ik ben begonnen in 2007 en inmiddels bij 2010 aanbeland moet ik zeggen dat er toch aardig wat bij zit dat achteraf vier of vijf sterretjes verdient. Je vraagt je af waarom ik dat indertijd niet gezien heb. De reden is simpel: mijn bewerkingsvaardigheden zijn enorm toegenomen (al zeg ik het zelf) en ook kijk ik inmiddels anders tegen beelden aan - door de afstand in tijd ten opzichte van de aanvankelijke ‘werkelijkheidsbeleving’ en door andere artistieke waarden en ideeën.  

Zoals deze foto, genomen in de Soesterduinen. Die zegt mij nu enorm veel. Een oude, bijna ontwortelde boom in een zandverstuiving. Omringd, maar op gepaste eerbiedige afstand, door jonger bos, dat door de barstige wortels heen te zien is. Hij valt mij nu op, wellicht, nu mijn bijna 90-jarige vader in het ziekenhuis ligt, voor de allereerste keer in zijn leven. Ter observatie gelukkig - hij komt zeer binnenkort weer ‘vrij’ en maakt het goed - zeer goed zelfs voor zijn leeftijd. Even fysiek ontworteld door de storm van de afgelopen week, met een rake klap op zijn hoofd, maar geestelijk en verder lichamelijk ongebroken. En toch zie je hem opeens nog meer als een oude man vanuit het bos daar staan, en gaan je gedachten terug naar ons leven samen.

Ik moet daarbij denken aan de allereerste ansichtkaart die ik van hem gekregen heb, rond mijn derde verjaardag (hij was op een conferentie in Parijs). Ik heb hem nog steeds, in een plakboek met andere ansichtkaarten. Tussen al die vrolijke maar minder zeggende stripfiguren, lachende baby’s, paarden en poesjes valt hij meteen op en weet ik hem nog steeds blindelings te vinden. Hij staat op bladzijde 10 - de kaarten staan niet op chronologische volgorde. Het is een foto genomen van onder een brug over de Seine, kijkend door een kadering voor het aanmeren van boten. Door die stalen ring zie je een oude kromgebogen man zitten, starend naar de grond. Ongetwijfeld een clochard. Naast hem zit een kameraad, eveneens in gedachten verdiept en gebogen. Op de achtergrond, de onderkant van de brug rakend, staat de Nôtre Dame. De foto is in een grauwe soort sepia en dankzij die kleur en die ring heb ik hem altijd geassocieerd met die heerlijke hausmacher van mij opa - vooral die stevige stukken grauwe lever wist (en weet) ik te waarderen. Het lijkt een doorkijkje op de ouderdom en het geestelijke leven erachter. Bijzonder dat van al die kaarten in het plakboek mij alleen deze bij gebleven is. Aan de tekst zal het niet liggen - mijn vader volstond met ‘veel liefs van Pappie’ en de groeten aan mijn moeder en mijn broertje die toen net geboren was. Het ging en gaat om de gedachte erachter.

Er zit in het boek nog een andere kaart, die ik zelf weer terug geschreven heb, aan mijn ouders vanuit mijn logeeradres bij mijn peetouders - 9 jaar later. Wederom geen lachende peuters, poesjes of paarden maar ook hier een redelijk volwassen foto, zwart-wit, van een rondvaartboot varend voor het zicht vanaf de IJssel op de stad Deventer. Dat jaar verhuisden wij vanuit Groningen naar het perfide Holland, wat voor mij een smartelijke ontworteling betekende - maar daarvan is op deze kaart weinig te merken. Ik had twee zinnen nodig om mijn ouders op het hart te drukken dat het met mij goed (nee: ‘zeer goed’) ging. Na met deze troost te openen volgde de onderbouwing: mijn neef, Maxwell Smart spelend was weliswaar dwars door de glazen deur van de flat gerend (je moet echt de intro zien om je voor te stellen wat er bij die deur gebeurd is - deze keer ging de deur te laat open), maar dat had de pret niet kunnen drukken. We speelden met de soldaatjes ‘en bouw(d)en forten bij de vleet’ en hadden een rondvaarttocht over de IJssel gemaakt. Ook het weer was blijkbaar geweldig die augustusmaand. Met als afsluiter: ‘Nogmaals, ik maak het uitstekend’, alsof daar nog enige twijfel over had kunnen bestaan. Kortom, mijn ouders konden gerust zijn - het bos waakt over mij en over hen, wij zijn één woud en alle zand is tijdelijk.

Ik moest ook aan dit verhaal en aan mijn foto denken toen ik bij mijn schoonvader was. Hij is stervende, het laatste zand valt tussen zijn wortels weg. Wij staan als het bos om hem heen. Maar vager nog, vager dan hij kan zien, staat nog een bos, dat eindeloos is - te zien door zijn wortels heen. ‘Is er nog hoop’ vroeg hij? Dat is maar hoe je tegen de dood aan kijkt, zei ik. Ik weet dat als ik door mijn wortels kijk ik het bos kan zien dat op mij wacht. Als de tijd daar en de geest sterk genoeg is - mits je stevig doorloopt - , dan gaat die deur open. Tot die tijd gaat het mij uitstekend.